Op 23 juli 2010 ben ik bevallen van onze tweeling die nu, begin 2011, dus vijf maanden is. Tijdens de zwangerschap kreeg ik vaak de vraag of ik beide kindjes zelf wel zou kunnen voeden. Aangezien ik mij prima heb gered bij de eerste, mijn dochter van 2006, leek me dat geen probleem. Er zijn zoveel complicaties mogelijk tijdens een tweelingzwangerschap waar je geen invloed op hebt. Borstvoeding geven was juist iets waar ik wél invloed op zou hebben. Ik zou het ze laten zien!
Graag wil ik mijn ervaringen met het voeden van de kinderen met jullie delen.
Een goede voorbereiding is het halve werk
Tijdens de zwangerschap maakte ik een geboorteplan waarin ik duidelijk mijn wensen omtrent het borstvoeden kenbaar maakte. Daarnaast verzamelde ik informatie die van pas zou kunnen komen. Aangezien er vijftig procent kans is dat een tweeling vóór het voltooien van 37 weken zwangerschap wordt geboren, ging ook het prematurenprotocol mee in mijn ziekenhuistas.
Mijn zwangerschap verliep bijzonder goed; ik heb zelfs de veertig weken volgemaakt. Uiteindelijk ben ik vlot bevallen van mijn tweeling, een jongen en een meisje. We hebben ze Andries en Eline genoemd. Ze waren kerngezond en wogen elk meer dan drie kilo. Meteen na de geboorte hebben we de baby’s aangelegd. Wat een rijkdom, twee baby’s aan de borst! Mijn eerdere borstvoedingservaring maakte dat ik me zekerder voelde; ik wist wat goed aanhappen inhield. Na ruim anderhalf tot twee uur kennismaken met onze kindjes kwam de verpleegkundige bij ons om ze te wegen en een aantal andere noodzakelijke dingen te doen.
Eerste nacht
Op eigen verzoek ben ik de eerste nacht in het ziekenhuis gebleven. Ik ben onmiddellijk begonnen met oefenen om beide kindjes tegelijk aan te leggen, omdat ik niet rustig één baby zou kunnen voeden terwijl de andere huilt. Tegelijk voeden is dan handig en is daarnaast ook goed voor de melkproductie! Twee kleine mondjes aan je borst, twee keer klokkende geluidjes… ik voelde de liefde en de melk al snel stromen.
In de rugbyhouding voeden vond ik handig. Zo hield ik goed zicht op beide baby’s. Ik zorgde ervoor dat ik comfortabel kon zitten met een kussen in mijn rug en ondersteunde mijn armen met een voedingskussen of twee hoofdkussens. Met mijn handen kon ik hun hoofdjes goed ondersteunen.
Kraamweek
De volgende morgen gingen we naar huis, waar de kraamverzorgende mij mijn gang liet gaan. Andries zag op dag drie geel en daarom spoot ik wel eens extra moedermelk in z’n mondje door met de hand wat melk uit mijn borst te kolven. Zodra hij had aangehapt, liet Andries niet meer los; hij dronk goed. Zijn zusje, Eline, had duidelijk meer moeite met de melkstroom ten gevolge van een sterke toeschietreflex. Ze verslikte zich snel. Het aanhappen eindigde bijna altijd in huilen. Na een kleine pauze en een boertje was dit vaak opgelost en liet ik haar verder drinken. Eline gaf ook vaak een mondje terug. Ik probeerde dan een andere voedingshouding.
Ik voed altijd op hun verzoek. Maar als het mij te lang duurt voordat ze zich melden, pak ik ze op, en voed ik hun op mijn verzoek. De baby’s hebben niet elk een eigen borst. Ik denk dat het beter is dat baby’s uit beide borsten drinken in verband met het voorkómen van een voorkeurshouding en het optimaal stimuleren van beide borsten. Ze drinken elk op hun eigen manier. Dat voel ik. Het mondje van Eline is kleiner dan dat van Andries. Per voeding drinken ze uit één borst en soms wissel ik ze daarna nog even om, zodat ze elk ook uit de andere borst drinken. Ik heb niet veel last gehad van stuwing, want mijn dochter van ruim 3,5 jaar drinkt namelijk ook en zij dronk het meestal weg. Soms kolfde ik de ergste druk er met de hand af. Dat was vooral handig voor Eline, die toch al moeite had met zoveel melk.
Voedingshouding
Meestal zat ik met beide baby’s op schoot. In het begin gebruikte ik de rugbyhouding; later legde ik eentje in de madonnahouding en de andere in de rugbyhouding en uiteindelijk meestal beide op hun zij met de buikjes naar elkaar toe, liggend in de lengte van mijn lichaam. Het werd na verloop van tijd steeds gemakkelijker. Indien een baby een boertje moest laten, dan hing ik die baby over mijn schouder. Was er eentje klaar, dan legde ik die op mijn knie (ik vormde een soort driehoek door de voet van mijn ene been op de knie van mijn andere been te leggen).
Tegelijk liggend voeden (in bed) vond ik in het begin lastig. Mijn man hielp me dan om comfortabel te liggen met steun van een extra kussen in mijn rug en onder mijn armen. Ik wilde de tweeling per se tegelijk liggend kunnen voeden omdat dat voor de nacht meer ontspannend is. Lukte het helemaal niet, dan kroop ik alsnog op een tuinstoel die we in onze slaapkamer hadden neergezet.
‘s Nachts slapen de baby’s in de co-sleeper of bij ons in bed. Zo hoef ik er niet uit en dat is prettig. Ik voed ze bij de eerste hongersignalen. Ik kan niet vertellen hoe vaak ze worden gevoed, omdat ik snel in slaap val en niet op de wekker kijk. Ik heb dus geen last van gebroken nachten. Soms word ik wakker en dan ben ik in de veronderstelling dat ons jongetje naast me ligt en dan blijkt het ons meisje te zijn.
Migraine
Wat ik wel zwaar vond, zijn de migraine-aanvallen die ik in de eerste maanden had ten gevolge van de hormonale schommelingen. Ik heb na een migraine-aanval altijd last van stuwing. Het voeden gaat tijdens de migraine gewoon door. Zware medicatie nemen is vanwege het voeden geen optie. Gelukkig wist ik dat het nooit langer dan twee dagen duurde. Visites en andere zaken zette ik dan aan de kant. Rust doet wonderen.
Zorg voor jezelf
Het voeden van een tweeling zorgt voor extra trek. Ik eet veel, vooral warme maaltijden en brood. Tussendoor neem ik extra’s (fruit, plak koek) en ‘s avonds vaak een bakje vla met cruesli en dergelijke. Genoeg drinken vind ik belangrijk. Ik neem dus geen glas, maar een maatkan vol. Daarnaast neem ik een vitaminepreparaat dat geschikt is voor borstvoedende vrouwen. En rust!
Rust is ook nodig. In het begin kroop ik met de baby’s en mijn oudste dochter om 19.00 uur in bed. Na verloop van tijd bleef ik langer op. Soms viel ik alsnog ‘s avonds vroeg in slaap als ik even ging liggen met de baby’s. Mijn man maakte me dan niet wakker. Het kost even tijd om zelf een ritme te vinden met de verzorging van de twee baby’s en daarnaast een grote dochter, maar ik ervaar het niet als druk. Het is vooral minder praktisch dan één baby.
Na drie maanden
Na de eerste maanden spuugde Eline niet meer en werd het voeden tegelijk ook gemakkelijker. Ze bekijken elkaar met elk een borst in de mond en pakken elkaars handjes vast. Zo lief! Liggend voeden in bed gaat nu ook zonder extra kussens; dat is slechts een kwestie geworden van de knieën iets optrekken.
Bij de geboorte was het verschil in gewicht 170 gram. Inmiddels is dat ruim 1,5 kg. Ik vergelijk de kindjes niet met elkaar, ze volgen elk hun eigen lijntje van de WHO-groeicurve. Het zijn unieke kindjes, net als ‘gewone’ broertjes of zusjes. Ik kan me echter voorstellen dat een moeder onzeker kan worden door een eventueel verschil in groei bij haar tweeling en dat ze zich afvraagt: ‘Krijgt mijn baby wel genoeg?’
Ik kan na vijf maanden de zoogcompressen de deur uit doen (joepie!) en heb nog geen last gehad van spruw. Aangezien ik bij mijn eerste dochter wel hardnekkige spruw heb gehad, ging ik extra zorgvuldig om met was, spuugdoekjes, verschonen van zoogkompressen, beddengoed en dergelijke. Ik kan me niet meer voor de geest halen welke vragen ik van te voren had over het voeden van een tweeling. Ik weet nu uit eigen ervaring wel heel goed dat je het niet ingewikkelder moet maken dan het is. Als je één baby kunt voeden, lukt je dat ook met twee. Het is een kwestie van vraag en aanbod. Vertrouw op je lichaam.
Ik merk dat ik vaak verbaasde blikken krijg als mensen ontdekken dat beide kindjes borstvoeding krijgen. ‘Heb je nog steeds genoeg?’, is een veelgehoorde vraag. Ik kan me indenken dat een moeder daar onzeker van kan worden, wanneer ze nog niet de ervaringsdeskundigheid en het vertrouwen heeft die mij zo hebben geholpen.
De opmerking die daarna vaak komt: ‘Goh, wat knap’, vind ik ook vreemd. Ik vind het zelf niet knap om twee baby’s te voeden. Het is voor mij vanzelfsprekend, een logisch vervolg op de zwangerschap. Ik hoop van harte, dat toekomstige tweelingmoeders ook dat vertrouwen in zichzelf mogen vinden.
Om dat te bereiken, kan het heel fijn zijn om tijdens je zwangerschap positieve ervaringen van andere (tweeling)moeders te horen en tips van hen te krijgen. Als je begrijpt hoe borstvoeding werkt en als je weet wat kleine baby’s nodig hebben, dan zal het vast lukken om je tweeling te voeden.
Lees ook
-
\t
- Protocol: borstvoeding en prematuur
- Borstvoeding de eerste dagen: gaat het goed
- Je baby aanleggen en succesvol borstvoeding geven
- Borstvoedingshoudingen
- Alles over veilig samen slapen
- WHO-groeicurve online
- Een borst voor de dorst: ervaringsverhaal [2]
- Het Nieuwe Borstvoeding Boek, Stefan Kleintjes, lactatiekundige Groningen-Bedum & Gonneke van Veldhuizen-Staas, lactatiekundige Helmond
\t
\t
\t
\t
\t
\t
\t