Een van de argumenten die vele gezondheidswerkers, regeringsinstellingen en kunstvoedingfabrikanten gebruiken om borstvoeding niet te promoten en bevorderen, is ‘dat we de moeders geen schuldgevoel mogen bijbrengen als ze geen borstvoeding geven’. Zelfs grote voorstanders van borstvoeding worden vaak ontwapend door deze ‘praat moeders geen schuldgevoel aan’-tactiek.
Het is een argument dat de aandacht afleidt van het gebrek aan kennis over borstvoeding van te veel gezondheidswerkers. Daardoor hoeven ze zich zelf niet schuldig te voelen over hun onbekwaamheid om vrouwen die problemen hebben met de borstvoeding te helpen.
Problemen die de moeders trouwens meestal wel kunnen oplossen en die ze zelfs konden voorkomen, als hun pogingen om borstvoeding te geven niet werden ondermijnd. Dit argument lijkt kunstvoedingfabrikanten en gezondheidswerkers ook toe te laten om zonder wroeging folders en gratis monsters aan zwangere vrouwen en kersverse moeders uit te delen ondanks het feit dat dit de borstvoedingscijfers omlaag haalt, zowel wat betreft aantal moeders dat begint als wat betreft borstvoedingsduur.
Kijk naar de realiteit
Als een zwangere vrouw naar haar arts gaat en ze geeft toe dat ze een pakje sigaretten rookt, is de kans dan niet groot dat ze naar huis gaat met een schuldgevoel omdat ze de ontwikkeling van haar baby in gevaar brengt? Als ze toegeeft dat ze regelmatig een paar glazen bier drinkt, is de kans dan niet groot dat ze zich schuldig zal voelen als ze naar huis gaat? Als een moeder toegeeft dat ze samen met haar baby slaapt, zullen de meeste artsen haar hierover niet met een schuldgevoel opzadelen? Ook al is dit het beste voor haar en de baby. Als een moeder naar een arts gaat met haar baby, die 1 week oud is, en ze vertelt dat ze hem koemelk geeft, wat zou dan de reactie van de arts zijn? De meeste artsen zouden omvallen van verbazing en in woede uitbarsten. Ze zouden er helemaal geen problemen mee hebben om de moeder een schuldgevoel bij te brengen als ze haar baby koemelk geeft. En dan zouden ze haar onder druk zetten om kunstmatige zuigeligenvoeding te geven. Maar ze zullen haar niet onder druk zetten om borstvoeding te geven want ‘je wilt een moeder toch niet met een schuldgevoel opzadelen omdat ze geen borstvoeding geeft!’
Waarom toch zo’n voorkeur voor kunstvoeding?
De voornaamste reden is natuurlijk dat kunstvoedingfabrikanten er met hun campagnes er zeer goed in geslaagd zijn om vrijwel iedereen ervan te overtuigen dat kunstvoeding bijna even goed is als borstvoeding. Bijgevolg moet er geen drama van gemaakt worden als vrouwen geen borstvoeding geven. Of zoals de vice-president van Nestlé het in Toronto verwoordde: ‘Reclame werkt!’ Het sust bovendien het geweten van vele gezondheidswerkers die zelf of wier vrouwen geen borstvoeding gaven. ‘Ik zal vrouwen niet met een schuldgevoel opzadelen omdat ze geen borstvoeding geven, omdat ik me zelf niet schuldig wil voelen over het feit dat mijn eigen kinderen geen borstvoeding kregen.’
Laten we dit even van naderbij bekijken
Kunstvoeding is theoretisch gezien meer geschikt voor baby’s dan koemelk. Maar er zijn geen studies die aantonen dat er een verschil is tussen baby’s die kunstvoeding dan wel koemelk kregen. Geen enkele! Moedermelk en het geven van borstvoeding, wat niet hetzelfde is als het geven van moedermelk, bieden theoretisch gezien veel meer voordelen dan kunstvoeding.
Veel meer voordelen dan kunstvoeding kan bieden boven koemelk of andere melk van dierlijke oorsprong. En waaruit deze voordelen precies bestaan, beginnen we nog maar geleidelijk aan te leren. Bijna dagelijks worden er studies uitgevoerd naar deze theoretische voordelen.
Bovendien is er een overvloed aan onderzoekscijfers waaruit blijkt dat baby’s die borstvoeding krijgen, evenals hun moeders, het veel beter stellen dan baby’s die kunstvoeding krijgen. Zelfs in welvarende gemeenschappen. Ze hebben minder vaak last van oorontstekingen en darminfecties. Ze hebben minder kans op het ontwikkelen van jeugddiabetes of vele andere ziektes. De moeder heeft minder kans op het krijgen van borst- of baarmoederhalskanker en is waarschijnlijk ook beter beschermd tegen osteoporose. Dit zijn slechts enkele voorbeelden.
Hoe pakken we de bevordering van borstvoeding het best aan? Alle zwangere vrouwen en hun familieleden moeten op de hoogte zijn van de risico’s van kunstvoeding. Iedereen moet aangemoedigd worden om borstvoeding te geven en iedereen moet als de baby is geboren de meest optimale beschikbare hulp krijgen bij de start van de borstvoeding. Want zelfs de beste bedoelingen helpen niets bij een moeder die pijnlijke tepels heeft omdat haar baby slecht is aangelegd. En evenmin helpen deze als een moeder, bijna altijd ten onrechte, wordt verteld dat ze moet stoppen met de borstvoeding vanwege medicatie of vanwege een of andere ziekte bij haar of het kind.
Een moeder die de melkproductie onvoldoende opbouwde omdat ze verkeerde informatie kreeg, heeft ook niets aan goede bedoelingen. Vergis je niet! Het advies van gezondheidswerkers is meestal de belangrijkste reden van het falen van borstvoeding. Het is niet de enige reden en andere factoren spelen ook een rol, maar zij hebben een invloed en autoriteit die vaak verder gaat dan hun kennis en ervaring.
Een weloverwogen keuze
Als vrouwen informatie krijgen over de risico’s van kunstvoeding en ze beslissen toch om kunstvoeding te geven, dan maken ze een weloverwogen keuze. Maar de informatie moet niet van de kunstvoedingfabrikanten zelf komen zoals dat meestal het geval is. In hun folders halen ze enkele voordelen aan van borstvoeding en suggereren dan dat hun kunstvoeding eigenlijk, onder ons gezegd en gezwegen, vrijwel even goed is. Als moeders alle hulp krijgen tijdens de borstvoedingsperiode en ze beslissen toch dat borstvoeding niets voor hen is, zal ik ze dat niet kwalijk nemen. Het is belangrijk te weten dat je tijdens de eerste dagen of zelfs weken gemakkelijk kan overschakelen van borstvoeding naar kunstmatige zuigelingenvoeding. Maar hetzelfde geldt niet in omgekeerde richting. De overschakeling van kunstmatige zuigelingenvoeding naar borstvoeding is vaak zeer moeilijk en soms zelfs onmogelijk.
Tenslotte kunnen we ons afvragen wie zich schuldig voelt over borstvoeding.
De vrouwen die een weloverwogen keuze maken om kunstvoeding te geven niet. Het zijn de vrouwen die borstvoeding willen geven, die het probeerden maar er niet in slaagden, die zich schuldig voelen.
Om dit te voorkomen mag de bevordering van borstvoeding niet afgeremd worden en is promotie van borstvoeding, samen met goede, deskundige en ervaren begeleiding, nodig. En dit gebeurt niet in het grootste deel van Noord-Amerika en Europa.
Heb je nog vragen? Lees…
- Het Nieuwe Borstvoeding Boek, Stefan Kleintjes, lactatiekundige Groningen-Bedum & Gonneke van Veldhuizen-Staas, lactatiekundige Helmond
- The ultimate breastfeeding book of answers
Lees ook
- Schuld, Stefan Kleintjes
- Borstvoeding: verplicht of vrijblijvend?
- Kiezen, over schuldgevoel, Gonneke van Veldhuizen-Staas
- Schuld en Voeding, Gonneke van Veldhuizen-Staas
Artikelgegevens
- Artikel Breastfeeding and Guilt. Herzien in januari 2000
- Vertaald door Ilse François
- Deze handout mag zonder verdere toestemming gekopieerd en verspreid worden, op voorwaarde dat hij in geen geval gebruikt wordt in enige context die de WHO-code op de marketing van vervangingsmiddelen van moedermelk schendt