Onze mooie dochter Nora wordt geboren op 18 januari 2005 in het ziekenhuis. We zijn dolgelukkig maar het blijkt dat ze Downsyndroom heeft. Even stort onze wereld in, maar dan weten we zeker voor dit meisje zullen we gaan en er alles aan doen om haar gelukkig te maken. De verloskundige vraagt of ik nu toch borstvoeding wil geven. Wat dacht ze dan? Zeker weten!
Nora drinkt de eerste dagen goed en mijn melkproductie komt goed opgang. Zo goed zelfs dat haar kleine mondje het niet bij kan houden en de melk er langs alle kanten uit loopt. Eenmaal thuisgekomen gaan we verder, maar dan beginnen de problemen. Het aanleggen wil niet meer zo goed lukken en wanneer de kraamhulp ’s avonds weg is, worstelen mijn man en ik om haar maar aan te leggen en aan het drinken te krijgen.
Los, vast, los, vast. Dit gaat een week zo door totdat ze op een gegeven moment niet meer wakker wordt. Met spoed naar het ziekenhuis, sonde erin en afkolven maar. Nora is fysiek volledig uitgeput. Ik denk:’dit kan ik mijn kleine meisje niet aandoen’ en tot mijn grote verdriet besluit ik te gaan afkolven en haar dit via de fles te geven. Dit wordt nog gestimuleerd door het ziekenhuispersoneel ook. Er wordt zelfs gezegd dat het niet erg is om helemaal met de borstvoeding te stoppen.
Niemand die tegen mij zei: ‘Mevrouw zullen we er een lactatiekundige bijhalen en die eens laten kijken.’ Ik vind het kolven vreselijk. Maar ik hou vol omdat ik dit voor mijn meisje het beste vindt. Uiteindelijk kolf ik zes maanden voor Nora.
Op zes juli 2007 wordt ons zoontje Noud in het ziekenhuis geboren. Een schitterend kereltje en helemaal gezond. ik denk dit is mijn kans. Nu ga ik er helemaal voor. Mijn tijd van genieten van een kind aan de borst is nu gekomen. Nadat hij geboren is, wil ik hem binnen het uur aan de borst hebben, moet hier zelf om vragen, maar het gebeurt. Hij hapt gelijk goed aan en drinkt. Het gaat geweldig en hij drinkt de eerste weken super goed. Hij groeit als kool. Maar spuugt daarnaast vrij veel.
Dat is normaal zeggen ze dan, heel veel kinderen spugen na het drinken. Dan is Noud zeven weken en begint zo nu en dan te huilen wanneer hij gedronken heeft, overstrekt zich en is niet tevreden. Dit breidt zich uit totdat hij dit bij alle voedingen doet en mijn borst begint te weigeren. Het spugen wordt steeds erger en komt er soms met golven uit. Ik zit bij iedere voeding in gevecht met mijn kind en denk: ‘je moet toch eten jongen.’ Ben daarnaast bang dat mijn melkproductie achteruit gaat lopen. Zit bij iedere voeding zelf ook te huilen en denk: ‘wat nou genieten bv geven, ik vind er op deze manier helemaal niks meer aan.’
Na een paar keer naar de huisarts te zijn geweest worden we eindelijk doorgestuurd naar de kinderarts. Deze constateert reflux. Het zuur komt steeds terug in zijn slokdarm en dit doet vreselijk zeer. We krijgen medicijnen voorgeschreven. Na twee weken deze medicijnen gegeven te hebben zie ik ons ventje opknappen. Noud en ik genieten na tien weken aanmodderen weer van het drinken aan de borst. Hij lacht me nu toe wanneer hij klaar is met drinken en kijkt me dan tevreden aan, zijn lijfje volledig ontspannen. En ik denk wanneer hij zo naar me lacht: ‘hier heb ik al die ellendige weken voor overgehad.’ En ik hoop nog lang te mogen genieten van het geven van borstvoeding.
En Nora? Die is inmiddels een ondeugende peuter. En ze voedt haar pop vrolijk mee.
-
\t
- Melanie Mutsaars