Toen ik voor het eerst in verwachting was heb ik me goed ingelezen over mijn aanstaande moederschap. Ik wou me heel goed voorbereiden op de komst van mijn zoontje en ik wist al snel dat ik graag borstvoeding wou geven, gewoon omdat dit het beste is. Ook stond het voor mij vast dat ik in het ziekenhuis ging bevallen. Ik had geen medische indicatie, maar ik kon het me gewoon niet voorstellen dat er tijdens de bevalling iets mis kon gaan en ik alsnog naar het ziekenhuis moest.
Een verstandige keuze achteraf want toen ik eindelijk mocht persen bleek dat mijn weeën niet productief waren. Ze waren zelfs min of meer helemaal weggevallen en mijn baby is uiteindelijk geboren met de hulp van een gynaecoloog en een vacuümpomp.
Met mijn zoontje was gelukkig alles goed, met mij ging het juist minder goed. Ik kon zelfs niet meer lopen! Ik weet nog steeds niet hoe het is gebeurd, maar de twee delen van mijn schaambot zijn tijdens de bevalling uit elkaar getrokken waardoor ik mijn benen niet meer op een normale manier kon optillen. Ook heb ik er enorme aambeien aan overgehouden en dit zorgde er allemaal voor dat ik me zo slecht voelde dat ik de eerste twee weken alleen maar op bed heb gelegen. Mijn zoontje werd helemaal verzorgd door mijn man en familie en het enige wat ik de eerste tijd kon doen is hem voeden.
Ik heb enorme bewondering voor vrouwen die ondanks tegenslagen alles uit de kast trekken om het voeden aan de borst te laten slagen. Om eerlijk te zijn denk ik niet dat ik het ook zou kunnen. Het is ons geluk geweest dat mijn zoontje en natuurtalent bleek te zijn. Zodra hij op mijn borst werd gelegd hapte hij meteen aan en wist hij precies wat hij moest doen.
Natuurlijk is het niet zo dat het geheel vlekkeloos verliep. Mijn tepels deden pijn en ook had ik in het begin tepelkloven, hij leek de ene borst minder goed te pakken dan de andere enz. Maar dat waren slechts kleine ongemakken en de borstvoeding liep verder als een trein, zo goed zelfs dat ik best wat overproductie heb gehad wat natuurlijk ook niet optimaal is want mijn zoontje verslikte zich regelmatig voordat ik het onder controle had.
Doordat ik me lichamelijk zo slecht voelde, voelde ik me mentaal ook niet goed. Mijn lichaam deed pijn, ik wist niet wanneer en of ik weer de oude zou zijn. Eigenlijk kon ik de eerste tijd niet echt genieten van mijn zoontje. Het liefst wou ik gewoon heel de tijd in bed liggen en uitrusten, maar dat lukte me niet echt want hij meldde zich om de haverklap voor een voeding. Dat gaf ik hem dan maar want ik kon absoluut niet tegen zijn gehuil. Mensen om mij heen vonden dat ik hem veel te vaak voedde, maar dat kon mij niet echt schelen want aan de borst werd hij tenminste rustig en viel hij in slaap.
Als hij kunstvoeding zou krijgen, zou ik het voeden waarschijnlijk ook aan mijn familie hebben overgelaten. Maar doordat ik de enige was die hem kon borstvoeden, kreeg ik mijn zoontje noodgedwongen steeds weer in mijn armen. En langzaam maar zeker kon ik me dankzij deze momenten steeds meer op mijn zoontje gaan concentreren in plaats van op mijn eigen problemen. Ik voedde hem en keek toe hoe zijn handje mij streelde en vond de smakgeluidjes die hij maakte toch best lief. Ik keek naar zijn ontspannen lach als hij zich na een voeding voldaan loskoppelde en voelde me steeds meer gehecht aan mijn kleine mannetje. Het was bijzonder dat ik hem als enige zo snel tevreden kon stellen en tot rust kon brengen. Ik ben ervan overtuigd dat mijn sombere gevoelens dankzij borstvoeding veel sneller zijn omgeslagen dan anders het geval zou zijn geweest.
Naarmate mijn zoontje groeide en de opstartproblemen in het verleden waren geraakt vond ik het geven van borstvoeding zo gemakkelijk gaan dat ik hem uiteindelijk 2,5 jaar aan de borst heb gehad. Voor mij een bijzondere periode en ik waardeer het zeer dat ik dit mee heb kunnen maken.
PS lees volgende week deel 2