Wat begon met een biologische insteek, ik ben een zoogdier, dus ik zoog mijn kinderen, werd een strijd tegen vrijwel alle mogelijke borstvoedingskwalen (en later ook de omgeving). En nu? Nu genieten we van de borstvoeding. Van onze momentjes samen. Van het feit dat het zoveel meer is (geworden) dan een voedingsmiddel. Van het idee dat ik haar het beste van mezelf geef, en dat zij er ook zo van geniet. Hieronder volgt mijn verhaal.
Bij de eerste heb ik vier maanden borstvoeding gegeven. Het begon allemaal prima, maar toen ik ging werken, kreeg ik achter elkaar drie borstontstekingen in vijf weken. Dat was meer dan wat ik er voor over had om te voeden, dus exit borstvoeding.
Eenmaal zwanger van de tweede heb ik me nogmaals goed ingelezen, in de hoop en verwachting dat het nu beter zou gaan, en ik niet voortijdig hoefde te stoppen. Voordat mijn dochter geboren was, kreeg ik al de eerste vraag: ‘Wil je deze keer borstvoeding gaan geven? De vorige keer had je er zo’n last van. Waarom zou je de moeite doen en het risico nemen?’
Na de bevalling (begin januari) kwam de borstvoeding goed op gang, en alles leek goed te gaan. De kraamverzorgster was zeer tevreden hoe alles ging. Ik had haar nog expliciet gevraagd goed mee te kijken bij het aanleggen, vanwege mijn geschiedenis met de oudste, maar zij had er niets op aan te merken. Dus we gingen een goede borstvoedingsperiode tegemoet. Tot de vijfde week. Eerste borstontsteking. Balen. Nou ja, lage weerstand, het is winter, domme pech.
‘Zou je niet gewoon stoppen? Ze heeft nu vijf weken borstvoeding gehad, dat is een prima basis, toch?’
Nee, ik heb bij de oudste vier weken borstvoeding gegeven, en drie borstontstekingen overleefd, ik ga het niet nu al opgeven.
Toen mijn dochter twee maanden was, diende de tweede borstontsteking zich aan. Twee borstontstekingen in twee maanden, vond ik niet zo’n goed idee. Dus we gingen naar de lactatiekundige, die vaststelde dat ik ‘tepelvoeding’ gaf. De hap was veel te klein. Bijkomend resultaat: melkblaartjes en Raynauds. En niet zo’n klein beetje ook. Ieder klein vlaagje tocht of aanraking van de tepel gaf al een zeer scherpe reactie. De lactatiekundige was hoogst verbaasd dat ik nog voedde, gegeven het trauma dat mijn tepels hadden door de slechte aanlegtechniek. ‘Waarom stop je niet? Je hebt er zo’n pijn van? Heeft je dochter niet meer aan een gelukkige moeder? Van flesvoeding wordt ze ook groot! ‘Nee, we hebben nu een oorzaak van de pijn en de borstontstekingen gevonden. Zul je zien dat tegen de tijd dat we afgebouwd hebben, de Raynauds opgelost is doordat we nu wel goed aanleggen. Ik ga zeker nog niet stoppen.
Drie weken later had ik weer een borstontsteking te pakken. Three strikes and you’re out. Mijn dochter beet, krabte, kneep, en ik was het gewoon zat. De productie was toch al sterk verminderd door de (zoveelste) borstontsteking, ‘s avonds een volle fles kunstvoeding erin, ‘s ochtends een volle fles kunstvoeding erin, het is klaar. Totdat madam anderhalf uur na een volle fles weer om de borst vroeg. Inmiddels had ik wel weer een beetje vollere borsten, en legde haar nog even aan. Tsja, en toen was het toch wel heel erg fijn weer. Zoveel fijner dan een flesje geven. Ik wil helemaal niet stoppen! Samen met mijn man hebben we besloten de borstvoeding nog één allerlaatste kans te geven. Als ik weer zo ziek zou worden van de borstvoeding dat ik niet meer voor mijn oudste kon zorgen, was het klaar.
Inmiddels was mijn dochter 3,5 maand oud en weer ging de Raynauds meer vlammen, ik snapte er niets van. Weer een consult bij een lactatiekundige: spruw. Oké, aan de medicatie, de spruw ging weg. Maar door de spruw had ik kloofjes gekregen, en door de kloofjes diende borstontsteking nummer vier zich aan. Deze keer werd ik niet hondsberoerd door de koorts. (Rillend van de koorts in combinatie met zeer heftige Raynauds, zoals bij de vorige borstontsteking, is geen aanrader.) Hierdoor kon ik nog prima voor mijn oudste zorgen, dus was er geen reden om te stoppen. De huisarts wilde de borstontstekingen nu wat grondiger aanpakken, en gaf me een dubbele dosis antibiotica. Een standaard kuurtje (dus de helft van de pillen) verder, zat de plek er nog steeds. Dus terug naar de huisarts, die me met spoed doorstuurde naar het ziekenhuis, poli chirurgie op verdenking van een abces. Drie uur later was ik weer thuis. De score: 3,2 cm abces leeggezogen. Inmiddels was het bijna grappig. Ik kon kwartet spelen met borstvoedingscomplicaties: Raynauds, kloofjes, spruw, borstontsteking, abces. Kwartet!
‘Waarom stop je er niet mee? Al die complicaties zo achter elkaar, dat kan toch niet fijn zijn?’ Nou, nu heb ik toch werkelijk alle borstvoedingsgerelateerde kwalen gehad. Vanaf nu vind ik gewoon dat het goed gaat. En daarbij, mijn retourtje ziekenhuis was overdag, dus daar heeft de oudste niets van mee gekregen.
En toen werd mijn dochter zes maanden.
‘Is zes maanden een goed moment?’ Werd me gevraagd.
‘Ja, zes maanden is een goed moment om te beginnen met bijvoeding!’
Eindelijk loopt de borstvoeding naar wens, dan ga ik toch niet stoppen om een surrogaat te gaan geven?
Na 7,5 maand moest ik voor iets heel anders aan de medicatie. En u zult het niet raden, maar de medicatie kon zogenaamd niet samen met borstvoeding. Een aantal vriendinnen heeft van alles uitgezocht, en welja, mijn medicatie zou in mijn geval wel samen kunnen met borstvoeding. Zeker omdat ze bijna acht maanden is tegen de tijd dat we beginnen met de medicatie. ‘Waarom stop je er niet mee? Waarom zou je het risico lopen op bijwerkingen bij je dochter? Je hebt je burgerplicht toch gedaan met acht maanden voeden? ‘Nee, ik ben nog niet klaar met voeden. Mijn dochter is nog niet klaar met de borstvoeding, waarom zou ik stoppen? Inmiddels is de medicatie is ingeregeld, en mijn dochter heeft geen enkele last gehad van mogelijke bijwerkingen. We voeden dus gezellig verder.
Wat ben ik blij dat ik niet gestopt ben! Ik heb gestreden om borstvoeding te kunnen geven, en nu plukken we er de vruchten van. We genieten allebei van de borstvoeding. En daarbij, hoe ouder ze wordt, hoe duidelijker ze kan aangeven dat ze (nog) bij me wil drinken. Geweldig, hoe ze helemaal ontspannen bij me ligt. Hoe tevreden ze naar me kijkt na een voeding. Wat een voorrecht is het, om je kindje op de meest natuurlijke manier te kunnen troosten. En dat zij ook om die troost vraagt. Prachtig, om te zien hoe ze al drinkend met mijn kleding speelt. Hoe fijn is het, dat je kindje half slapend weer bij je aanhapt. Ik geniet, zij geniet. En zolang dat het geval is, gaan we niet stoppen.
Tamara