Vorige week plaatsten we de inleiding. Ditmaal het hele verhaal!
Borstvoeding geven, dat wilde ik. Dat wist ik al vanaf het moment dat ik zwanger was. Ook mijn eigen moeder heeft bij alle vijf haar kinderen lang borstvoeding gegeven en dat wilde ik ook; mijn streven was minimaal een jaar. Flesvoeding was geen moment in mijn hoofd opgekomen. Evenmin als het feit dat borstvoeding geven wel eens een lastig karwei kon worden. Hoewel ik verscheidene mensen in mijn omgeving kende die er veel moeite voor gedaan hadden, had ik er alle vertrouwen in. Het is toch een natuurlijk proces?
Een perfecte start hadden zoontje en ik niet. Na een lange en vermoeiende strijd, eindigde mijn bevalling in een keizersnede. Maar omdat ik al melk produceerde voordat ik bevallen was, kwam de productie razendsnel op gang en mijn zoontje Marijn leek keurig aan te happen en te drinken. Hij groeide dan ook als kool. Wat een geluk heb ik dat het bij mij zo makkelijk gaat, dacht ik nog.
Dat bleek te vroeg gejuicht. Een week later begonnen de eerste problemen. Mijn productie was enorm en Marijn verslikte zich vaak hevig. Om de productie wat af te remmen, probeerden we van blokvoeden tot tegen de zwaartekracht in voeden. ‘Luxeprobleem’, was de enig gehoorde reactie in mijn omgeving. En hoewel wij heel goed begrepen dat een onderproductie een veelvoorkomend en serieus probleem is, ervoeren wij mijn overproductie niet bepaald als een luxeprobleem. Het voeden van Marijn werd een hele klus. Elke paar minuten liet hij los of verslikte hij zich, moesten we hem minuten lang rechtop houden, moest mijn partner helpen om hem tegen de zwaartekracht in weer aan te leggen en een paar minuten later begon alles weer opnieuw. Toch bleef ik aanvankelijk positief. Als hij wat groter was en makkelijker de sterke melkstroom zou kunnen behappen, zou het vast beter gaan. Na enkele weken leek dat inderdaad het geval te zijn. Het lukte me met regelmaat hem liggend op mijn zij voeden. Hij bleef met regelmaat loslaten en moest ook veel boertjes laten, maar hij groeide goed, dus nam ik dat voor lief. Met een maand of drie lukte de borstvoeding zelfs zo goed dat ik hem soms zittend kon voeden. Er waren momenten bij dat ik gelukzalig dacht: zo hoort borstvoeding te zijn.
Vlak daarna begon Marijn echter vaker los te laten en ging daarbij hard en ontroostbaar huilen. Hem daarna weer aan de borst krijgen, was een bijna onmogelijke taak. Zoekend naar oorzaken, kwamen we al snel een mogelijke boosdoener tegen: spruw. Zo snel mogelijk hebben we alles uit de kast gehaald om hem zo snel mogelijk weer aan de borst te krijgen. Ondertussen kolfde ik om de productie op gang te houden en probeerden we de afgekolfde melk via de fles geven. Het werd een strijd. Borst proberen, fles proberen, weer borst proberen, toch de fles, Marijn leek met beide evenveel moeite te hebben. Ook toen de spruw bij Marijn al lang verdwenen leek, bleef deze strijd aanhouden. Ik was de hele dag maar met 1 ding bezig: ervoor zorgen dat Marijn eten binnen kreeg. De borst weigerde hij met grote regelmaat. En als hij al dronk, waren dat slechts enkele slokken, waarna hij huilend losliet. Het koste me minuten om hem weer rustig te krijgen, waarna we weer van vooraf aan begonnen.
Met de fles was het eigenlijk hetzelfde verhaal. Het enige voordeel daaraan vond ik, dat ik zag hoeveel hij binnenkreeg. In mijn omgeving stuitte ik hoofdzakelijk op onbegrip. ‘Als hij honger heeft, drinkt hij echt wel!’ is een van de meest gehoorde zinnen uit die periode, wanneer ik mijn zorgen en frustraties uitte over Marijn zijn drinkgedrag. Maar ik wist dat die gedacht niet klopte. Ik zag een klein hongerig kindje, die wel wilde drinken, maar dit op de een of andere manier niet voor elkaar kreeg. Ook op het consultatiebureau werd mijn zorg weg gewuifd. Hij groeide voldoende. Dat ik daarvoor per voeding uren kwijt was, leek ze niet te interesseren. Weken gingen op deze manier voorbij, waarbij ik vanwege vermoeidheid, spanning en het onregelmatige drinkgedrag verscheidene malen moest vechten tegen beginnende borstontstekingen. Tot op een gegeven ogenblik een vriendin van mij vroeg: zijn tongriempje is toch wel bekeken? Wat? Nee?! Wie had dat moeten doen? Ziekenhuis, kinderarts, kraamzorg, consultatiebureau? Ik begon het internet af te speuren naar kenmerken van een te korte tongriem en viel van de ene herkenning in de andere.
Had ik dan eindelijk de oorzaak gevonden? Ik belde een lactatiekundige en toen zij kwam kijken, leek voor haar de oorzaak al snel duidelijk. Zowel tongriem als lipband leken te kort. Eindelijk erkenning: hij wilde wel drinken, maar hij kon het niet. Bij die gedachte, springen de tranen nog steeds in mijn ogen. Nog diezelfde week konden we terecht om zijn tongriempje en lipbandje te laten laseren. De lactatiekundige waarschuwde dat Marijn, die 4,5 maand met een verkeerde techniek moest drinken, opnieuw zou moeten leren drinken en dat dit soms moeilijk kon zijn. Maar ik bleef positief. Er was een oorzaak gevonden, waar een oplossing voor was. Ik had vertrouwen dat Marijn binnen enkele weken weer goed aan de borst zou gaan. Ook die gedachte bleek te positief.
Weer haalden we alles uit de kast, van tepelhoedjes tot borstvoedinghulpset. Het resultaat was steeds hetzelfde: Marijn raakte enkel gefrustreerd. En precies hetzelfde gebeurde bij de fles. De strijd om eten bleef. En alle hoop zakte langzaam in mijn schoenen. Gelukkig nam de huisarts mijn verhaal uiteindelijk serieus en stuurde ons door naar de kinderarts, die ons een verwijsbrief gaf voor de preverbale logopedist. Die adviseerde in eerste instantie om een andere fles te gebruiken. Ik was sceptisch. Een andere fles, dacht ik. Een maandenlange strijd is op te lossen door een andere fles? Maar blijkbaar was het zo simpel. Het leek wel een wonder: voor het eerst dronk Marijn in een keer zijn hele fles leeg! Dankbaar dat hij zo goed dronk en om Marijn wat tijd te gunnen om weer vertrouwen te krijgen in het drinken, bleef ik kolven. Alleen ’s nachts legde ik hem aan en dan dronk hij goed.
Nachtvoeden was voor mij geen frustratie, maar een geschenk. Ik genoot van dat ene moment per dag dat Marijn bij mij kon en wilde drinken. Overdag probeerde ik met regelmaat om Marijn aan de borst te laten drinken. Maar dit eindigde meestal in een drama. Ik heb alles geprobeerd: verschillende houdingen, biological nurturing, de omstandigheden overdag precies hetzelfde gemaakt als ’s nachts, en zelfs een vorm van trauma verwerking, aangezien ik me kon voorstellen dat drinken voor Marijn een grote frustratie was geworden. Het lukte niet. Hij draaide steevast zijn hoofd weg, kaken op elkaar geklemd en als ik bleef proberen, raakte hij overstuur. Inmiddels was Marijn al zeven maanden en ik kolfde nog steeds alles. Hoewel veel mensen dit dapper vonden, was de meest dappere beslissing het opvolgen van het advies van de traumatherapeute. Zij zei tegen me dat ik op tijd moest loslaten en moest relativeren. Marijn dronk en hij was tevreden. Diezelfde dag ging er bij mij een knop om. Marijn is een heerlijk kind, vrijwel altijd vrolijk, huilt weinig en slaapt goed. Dus wat was het probleem? Waarom was het zo moeilijk om die borstvoeding los te laten? Waarom wilde ik blijven kolven, terwijl het me begon op te breken? Op vrijwel alle internet pagina’s zijn succesverhalen te lezen. Of probleemverhalen, maar wel altijd met een goede afloop. Er wordt een indruk gewekt dat met een flinke dosis geduld en doorzettingsvermogen elk probleem te overwinnen valt.
Nou, ik denk dat ik met recht mag zeggen dat ik deze flinke dosis geduld en doorzettingsvermogen heb opgebracht. Maar soms lukt het gewoon niet. Hoe pijnlijk het ook is. Toen ik dit besefte, ben ik begonnen met afbouwen en met 8,5 maand had ik de borstvoeding volledig afgebouwd.
Marijn is nu ruim negen maanden en tevredener dan ik hem ooit gezien heb. Als ik terug kijk op ons borstvoedingsavontuur, doet het besef dat alles waarschijnlijk goed gekomen was als hij eerder geholpen was, me soms nog verdriet. Maar behalve de les om op tijd deskundige hulp in te schakelen, is de belangrijkste les die ik andere ouders wil meegeven: laat los voordat het een strijd wordt, want borstvoeding is alleen het beste voor moeder en kind als je ervan kunt genieten.
Rebecca
- Reageren? Dat kan op de Facebookpagina van Kenniscentrum Borstvoeding
- Heb jij ook een belangrijk verhaal? Kijk hier en schrijf ons jouw verhaal!
- Bereid je voor op borstvoeding en lees hier alles over borstvoeding.