Borstvoeding in afzondering

verhaal-156-1.jpgGisteren had mijn moeder een vriendelijk verzoek aan mij: Of ik in het vervolg als ik op bezoek ben, mijn zoontje in de slaapkamer wil voeden. Omdat mijn jongste broertje (21 jaar) een aversie tegen borsten krijgt van mij te zien voeden.
Ik had geen beter antwoord, dan: ‘Ja hoor, geen probleem’. Het is immers haar huis. En zijn huis.
Mijn familie heeft niets met borstvoeding. Sterker nog, ze hebben er wat tegen. Altijd al gehad. Ik en mijn broers hebben geen druppel moedermelk gekregen. Jammer. Hetzelfde geldt voor samen slapen. Jammer.

Ik heb alles voor borstvoeding. En voor samen slapen. Ik voed mijn zoontje is nu 33 maanden, en we slapen samen. En deze twee onlosmakelijk met elkaar verbonden aspecten zijn de peilers van mijn opvoeding. Ik wil me niet eens voorstellen wat mijn zoontje moet missen, zonder borstvoeding en de geborgenheid van samen slapen.

verhaal-251-1.jpgNu word ik dus geacht in afzondering te voeden in mijn ouderlijk huis. En ik vind dat mijn moeder in haar huis de regels bepaald, dus ga ik daar niet tegenin. Wekelijks een keer naar een andere kamer lopen om te drinken, daar zal de borstvoedingsrelatie van mij en mijn zoon niet door veranderen. Waar ik me onmiddellijk veel meer zorgen om maak, zijn de toekomstige kinderen van mijn broertje. Mijn broertje heeft een vriendin, die graag jong moeder wil worden. Dus toen ik tegen hem zei, dat ik het geen probleem vind om op de slaapkamer te voeden, voegde ik daar meteen aan toe: ‘als je maar niet je vriendin de borstvoeding uit het hoofd praat, als ze zwanger is’.

Waarop de vriendin onmiddellijk riep: ‘O, maar dat was ik toch al niet van plan om te gaan geven, hoor!’ Ik slikte. Haalde adem en vroeg rustig waarom dan niet. Ze vond het eng en het doet pijn in het begin. Ik antwoordde dat borstvoeding niet eng is, maar het allerbeste wat je je kindje kan geven. En dat pijn betekent dat er iets niet helemaal goed gaat. Dat je dan advies kan vragen aan iemand die veel ervaring heeft met borstvoeding. En dat zij die in de familie heeft (ik dus). En dat ze daarmee dus gewoon al een voorsprong heeft.

verhaal-251-2.jpgWat zou ik het geweldig vinden als ik haar zou kunnen stimuleren om mijn toekomstige neefjes en nichtjes borstvoeding te geven. Maar gezien het borstvoedingsklimaat waarin ze zich bevindt, heb ik er een hard hoofd in. En dat doet me verdriet. Want ik geloof, met alle respect voor moeders die er alles voor deden, zonder succes, dat kunstmatige zuigelingenvoeding en een eenzame babykamer een kindje -zachtjes uitgedrukt-, een hele valse start geven in het leven.

Jamaika