Het is zaterdag 29 november 2008 wanneer wij na een bevalling van meer dan 24 uur welke helaas in het ziekenhuis eindigde, thuis komen en ik vol met energie het bed sta te verschonen. Van de twintigjarige zwangere kraamhulp hoefde ik niets te verwachten en dus stond ik elke dag vol energie alles op te ruimen en te poetsen. De eerste weken had ik energie voor tien. Ik trok de slapeloze nachten beter dan mijn man en ik ging er van uit dat deze energie door het geven van borstvoeding kwam.
Maar na drie maanden werd ik vermoeider en somber. Ik zag als een berg op tegen het terugkeren naar het werk. Inmiddels had ik ook veel last van mijn bekken gekregen. De huisarts meldde dat vermoeidheid niet zo vreemd was wanneer je net moeder bent geworden en je ook nog borstvoeding geeft. Net toen ik weer aan het werk moest, kregen we de sleutel van onze nieuwbouwwoning.
Vier weken lang klusten we hard om zo snel mogelijk over te kunnen. Ik werd steeds geïrriteerder, futlozer en emotioneler. Op mijn werk maakte ik veel fouten en vergat ik veel. Tijdens het wandelen achter de kinderwagen verging ik van de pijn in mijn heupen. Ik dacht dat dit allemaal kwam doordat ik het wel erg druk had zo met het gezin, het klussen, mijn werk wat ik eerst in vijf dagen deed en wat ik nu in vier dagen diende te doen en het kolven waarvan het er telkens op neer kwam dat ik dit in mijn lunchpauzes kon doen.
Ik viel zittend in slaap
Het kolven verliep moeizaam, de opbrengst werd steeds minder en ik viel daadwerkelijk zittend in slaap tijdens het kolven. Nu had ik wel gelezen dat wanneer je borstvoeding geeft, je lichaam zich van nature op dat moment in soort slaapstand zet, maar dat je er zo moe van zou worden, had ik niet verwacht. Tot overmaat van ramp gingen er twee collega’s tegelijk op vakantie toen zoonlief zeven maanden was. Ik dacht dat ik overspannen werd, ik stond huilend onder de douche en ik stond huilend luiers te verschonen en mijn oren suisden. Ik stond zelfs huilend in de metro op weg naar kantoor. Te veel werk voor het aantal uren dat ik beschikbaar was, meende ik. Toen zoonlief één werd ging ik over op thee, sap en water overdag en dronk hij alleen nog maar ’s morgens en ’s avonds bij mij. Dat leek mij rust te geven, hoewel ik niet meer de oude werd.
Weer in verwachting
Het is 5 september 2010 wanneer ik dolgelukkig er achter kom dat ik weer in verwachting ben. Tegelijkertijd verga ik van de rugpijn en bekkenpijn. Ja hoor, de hormonen gieren door mijn lijf en ik heb weer last. Ik ben ook de eerste vier maanden erg moe, maar ik denk uiteraard dat dit door de zwangerschap komt. Na die vier maanden kreeg ik juist een enorme drang om te klussen in huis, er moesten slaapkamers verwisseld worden. Ik heb meer energie dan ooit. Drie weken voor de uitgerekende datum sta ik met mijn bekkenpijn nog op ladders om de babykamer af te verven. Iets wat achteraf echt onnodig is gebleken, aangezien zoonlief na een jaar nog steeds bij ons tussenin slaapt.
Al snel verandert de roze wolk in een donderwolk
Op 18 mei 2011 wordt na een soepele bevalling van in totaal maar zes uur onze jongste zoon lekker thuis geboren. De borstvoeding, nu wel ingelezen en uiteraard al ervaren na het geven van twee jaar en drie maanden borstvoeding aan mijn oudste, loopt gelijk lekker en ik voel me super.
Alleen doet liggen en zitten enorm veel pijn aan mijn bekken. Ik trek mijzelf aan mijn handen de trap op. Mijn verloskundige verwijst mij naar een bekkentherapeut die mij veel tips geeft en behandelt. Het wordt alleen niet minder. De roze wolk verandert ook langzamerhand in een donderwolk. Ik raak geïrriteerd om van alles, ben enorm somber en niet vooruit te branden. Alles is me teveel. Het valt mij op vakantie op dat ik last van obstipatie heb, maar ik wijd dit aan het veranderde eten.
Verder valt het mij op dat ik, ondanks de borstvoeding, helemaal niet afval, maar aankom. De laatste dag van mijn verlof betrap ik mij erop dat ik mij erop verheug om weer aan de slag te mogen. Niet omdat ik er naar uitkijk om mijn collega’s weer te zien of om weer aan het werk te zijn. Nee, omdat ik blij ben dat ik het zorgen voor mijn kinderen aan een ander over kan laten, zo moe ben ik.
Het is teveel… en dan ook nog borstvoeding
Het gaat een maand aardig. Ik ben enthousiast op het werk en het kolven gaat goed. Waarschijnlijk is mijn productie super omdat ik, in tegenstelling tot bij mijn eerste, ’s nachts ook op verzoek voed. Maar ik ben wel weer enorm vergeetachtig en maak fouten op mijn werk. Het valt mij op dat wanneer ik meerdere dingen te gelijk moet doen, ik een beklemd gevoel krijg op mijn borst. Dit vooral thuis, omdat ik dan het koken bijvoorbeeld met troosten, ingrijpen, opruimen of luier verschonen moet combineren. Mijn oren suizen weer en mijn haar valt enorm uit. En ik word steeds vermoeider: ik val ineens meerdere malen zittend in slaap achter de laptop op de bank om half negen ’s avonds. Om mij heen zeggen mensen dat het ook allemaal te veel voor me is, een drukke baan, het gezin en dan ook nog borstvoeding geven. Maar ik weet nu zeker dat het daardoor niet komt. Ik vind mijn werk veel te leuk en ik ben niet alleen moe op mijn werk, maar ook thuis, sterker, ik sta al vermoeid op. En de borstvoeding is juist een rustmoment voor me. Het kolven gaat me dit keer ook goed af, dat vind ik ook helemaal niet vermoeiend.
Ik ben op
Eind november ga ik naar de huisarts omdat ik helemaal geen ontlasting meer had en veel buikpijn had. Ik werk inmiddels alleen nog maar vanuit huis en ik word al nerveus als ik aan terugkeren naar kantoor denk. Ik probeer alles te ontwijken, mijn collega’s, het werk, vrienden, de zorg voor mijn kinderen. Ik ben op.
En nee, het ligt niet aan de borstvoeding
Het duurt nog tot eind januari tot de huisarts mij eindelijk doorverwijst en huilend zit ik binnen een week voor de internist. Diezelfde middag word ik nog gebeld door het ziekenhuis: ik heb hypothyreoïdie, ofwel een vertraagde schildklier. Mijn lichaam maakte bijna geen schildklierhormoon meer aan.
Een paar dagen later zat ik tegenover de endocrinoloog die zich afvroeg waarom ik niet eerder aan de bel had getrokken, ik had mij toch een partij ellendig moeten voelen.
Ja klopt, maar ik wijdde dit alles aan zwangerschapshormonen en het geven van borstvoeding. Hierop drukte de man mij op het hart dat borstvoeding geven helemaal geen extra energie hoeft te kosten en dat je wellicht wat vermoeid bent in de eerste maanden na je zwangerschap, maar dat je je niet zo ellendig behoort te voelen wanneer de kleine al tien maanden is, ook niet als je ’s nachts voedt. Dat is de natuur. Ik moest vooral door blijven gaan met borstvoeding geven, genieten van mijn mooie gezinnetje en vooral de rest van mijn leven dagelijks thyrax gaan slikken.
Met medicatie gaat het beter
Inmiddels ben ik vier maanden verder en ik voel mij veel beter. Ik ben nog niet de oude, maar dat zal nog een lange tijd duren. Ik geniet in ieder geval wel weer van alles en ik kan weer volledig meedraaien op het werk. Ik kolf zelfs nog steeds ook al is de jongste alweer een jaar. Ook geef ik nog steeds nachtvoedingen. Ik ben zes kilo afgevallen en de bekkenklachten zijn verminderd, maar spier- en gewrichtsklachten en ook de darmklachten zullen nog wel lang blijven. Overigens heeft iedere hypopatiënt andere klachten.
Ik heb vier weken na het vaststellen van de diagnose wat minder en vanuit huis gewerkt, zodat ik af en toe kon rusten. Er was echter helaas veel onbegrip bij de collega’s. Aan de buitenkant zie je niet hoe iemand zich van binnen voelt. Daarbij denkt men dat wanneer je medicijnen krijgt, je ook gelijk herstelt. Helaas werkt dat niet zo bij schildklierziekten, er gaat wat tijd overheen om juist ingesteld te raken.
Vanwege het onbegrip werden mijn klachten alleen maar erger omdat het spanningen opleverde en het lichaam van een schildklierpatiënt kan juist niet goed omgaan met spanningen, hiervoor zijn immers hormonen nodig die het lichaam niet aanmaakt. Het toppunt is de opmerking dat ik maar moest stoppen met borstvoeding geven, dat kost namelijk, volgens hen, zo veel energie, ik zou me dan snel beter voelen.
Moe door schildklierziekte, niet door borstvoeding
Hoe vaak moet ik nog zeggen dat ik moe ben door een schildklierziekte en niet door het geven van borstvoeding? Voor mij is juist het tegendeel waar: van de oxytocine die vrijkomt bij het geven van borstvoeding, voel ik mij juist beter, minder somber. Ik ben juist blij dat ik borstvoeding geef, zodat ik juist op een relaxte manier veel kan knuffelen met mijn kindje en hem zodoende veel aandacht kan geven.
Net zoals wanneer wij samen slapen. Op andere momenten kon ik hem namelijk door mijn ziekte niet al mijn aandacht geven.
Groet, @sab_stop