Het is september 2011. Na een hete zomer en amper een maand verkering met mijn lief blijk ik onverwacht zwanger. Hoewel we er even van schrikken, overheerst bijna direct het gevoel dat dit weleens het begin zou kunnen zijn van een heel mooi avontuur. Na een avond praten, besluiten we ervoor te gaan. Ik moet alleen nog wel met mijn psychiater bespreken of de medicatie, twee stemmingsstabilisatoren die ik op dat moment slik, de foetus schade kunnen hebben toegebracht. Hij adviseert me direct af te bouwen, maar voorziet verder geen problemen. Wel raadt hij me aan een afspraak te maken op de POP-poli van het Lucas Andreas Ziekenhuis, omdat mijn kans op een postnatale depressie relatief groot is.
Vijf tegen twee
Een paar maanden later zit ik met een bollend buikje in een krap en muf kamertje tegenover een kinderarts, psychiater, psycholoog, arts-assistent en mijn lief. De artsen draaien er niet omheen: mijn kans op een postnatale depressie is zo groot, dat ik aan het eind van mijn zwangerschap moet starten met medicatie, sowieso moet bevallen in het ziekenhuis, en absoluut geen borstvoeding kan geven. Mijn adem stokt, mijn hart slaat op hol en ik krijg het ontzettend warm. Hoewel ik totaal ongepland zwanger ben geraakt en nooit zo bezig ben geweest met het krijgen van baby‘s, overheerst er nu een sterk gevoel: ik wil borstvoeding
geven. Maar ja, het is vijf tegen één hier in dit kamertje.
Of eigenlijk, vijf tegen twee.
Na het gesprek ben ik overdonderd. Ik vind het oordeel van de artsen te kort door de bocht. Hoewel ik weet dat de gebroken nachten mij psychisch uit balans kunnen brengen, kan ik niet geloven dat medicatie en flesvoeding mij gelukkig gaan maken en slaaptekort zullen voorkomen. Na lang overleg met mijn lief, ouders, en mijn eigen psychiater, besluit ik het advies van de POP-poli naast me neer te leggen en mijn eigen plan te trekken. Mijn wens om borstvoeding te geven en mijn zwangerschap zonder medicatie te ervaren is te groot. We stellen een signaleringsplan op, en bespreken hoe we samen de nachtvoedingen kunnen doen in de eerste weken om mij zoveel mogelijk te laten rusten.
De eerste weken
Op 2 juni 2012 komt na bijna 42 weken zwangerschap eindelijk mijn lieve kleine Lente gezond en wel ter wereld. Ons borstvoedingsavontuur kan beginnen. De eerste nachten na de bevalling slaap ik amper en langzaam voel ik me uit balans raken. Ik ben ook onzeker of Lente wel genoeg binnenkrijgt, maar als ze na drie dagen alweer op haar geboortegewicht blijkt te zijn maakt de onzekerheid plaats voor trots. Op aanraden van de kraamzorg begin ik met extra kolven om een voorraadje melk op te bouwen, zodat mijn lief Lente ‘s nachts af en toe een flesje kan geven. Eigenlijk wil ik de voedingen zoveel mogelijk zelf doen, maar na een dag of vier beginnen de kraamtranen en zijn we bang dat het misgaat. We kopen een homeopathisch slaapmiddel en die nacht slaap ik zeven uur achter elkaar, terwijl mijn lief met Lente op een andere kamer slaapt en haar een paar flesjes gekolfde melk geeft. De volgende ochtend voel ik me als herboren en ben ik enorm opgelucht. Wel moet ik als een gek mijn borsten leeg kolven, want die staan op klappen.
De periode daarna ervaar ik als een gelukkige tijd, waarin ik me ook heel onzeker voel. Mijn schoonfamilie is borstvoeding niet gewend, dus ik voel me bij hen totaal niet op mijn gemak. Lente wil heel vaak drinken, soms wel ieder uur, en dat wijkt af van wat mijn omgeving gewend is. Dat maakt me aan het twijfelen en ik vraag me dan ook meerdere keren af of ik haar misschien in een ritme moet ‘duwen‘ en niet meer op verzoek moet voeden.
Support is goud waard
Gelukkig is mijn moeder borstvoedingsexpert van het eerste uur. Dankzij haar, mijn enthousiaste stiefvader en het leesvoer dat ik tegenkom op Borstvoeding.com durf ik de andere, vast en zeker goedbedoelde adviezen van mijn omgeving in de wind te slaan. Ik voed Lente zoveel mogelijk op verzoek. Dat kost me ontzettend veel energie en doorzettingsvermogen. Ik zit soms avonden lang met haar op de bank, omdat ze alsmaar wil drinken en alleen aan de borst in slaap kan vallen. Bovendien heb ik de eerste weken last van tepelkloven en staan mijn tepels dagenlang ‘in brand‘. Af en toe ben ik de wanhoop nabij en twijfel ik of ik het wel volhoud. Ook de gebroken nachten maken me onzeker en stemmen me somber. Ze leiden tot gesprekken met mijn familie over stoppen met de borstvoeding. Op een of andere manier kan ik dat niet, en begrijp ik überhaupt niet hoe ik zou moeten overstappen: Lente drinkt zo onregelmatig en veel dat ik me niet kan voorstellen dat ze blij zal worden van de fles. Mijn oergevoel wil er niet aan en ik ga door met volledige borstvoeding. Gelukkig zijn mijn sombere periodes van korte duur en knap ik steeds na een aantal dagen weer op.
En dan is mijn verlof voorbij
Na drie maanden ga ik terug naar mijn werk en wordt mijn handkolf mijn beste vriend. Er is geen aparte kolfruimte in het krappe kantoor waar ik met vijf mannen werk. Mijn werkgever is gelukkig heel meedenkend en met behulp van een kamerscherm creëren we een hoekje waar ik me comfortabel genoeg voel om drie keer per dag te kolven. Ik blijk sowieso eigenlijk overal gemakkelijk een toeschietreflex te kunnen opwekken. Niet alleen in het bijzijn van collega‘s, maar ook in de auto, in een coupé van de Thalys en zelfs in een wc van het Parijse warenhuis La Fayette doe ik kolfervaring op. Allemaal niet ideaal, maar voor mij telt dat ik mijn dochter zelf wil voeden; waar, wanneer en hoe dat gebeurt maakt me niet zoveel uit. Uiteindelijk blijf ik doorgaan met kolven tot Lente ongeveer een jaar is en voed ik haar wanneer we samen zijn op verzoek. Na dat eerste jaar denk ik steeds vaker aan helemaal stoppen, maar Lente is een echte fan van ‘bosch’ en het juiste moment dient zich voorlopig niet aan. Uiteindelijk stoppen we op mijn verzoek wanneer Lente twee jaar en een maand oud is. Zij is er dan nog niet klaar mee, en heeft het een paar dagen echt moeilijk met mijn besluit, maar ik luister wederom naar mijn gevoel. En dat gevoel zegt dat het mooi is geweest zo.
Ik ben ontzettend trots dat ik ondanks alle adviezen mijn gevoel heb durven volgen, ook al nam ik daarmee een aanzienlijk risico. In mijn geval heeft het goed uitgepakt en ben ik – afgezien van enkele sombere weken – sinds deze eerste zwangerschap psychisch stabiel.
- Reageren? Dat kan op de Facebookpagina van Kenniscentrum Borstvoeding
- Heb jij ook een belangrijk verhaal? Kijk hier en schrijf ons over je zieleroerselen!
- Bereid je voor op borstvoeding en lees hier alles over borstvoeding.