Al voordat ik überhaupt dacht aan kinderen was het voor mij duidelijk: als ik ze zou krijgen, dan kregen ze borstvoeding, natuurlijk. Ik snapte de mensen niet die hun kindje kunstvoeding gaven. Borstvoeding was het beste, handigste en goedkoopste wat je je kindje kan geven, waarom stapte iedereen ‘zomaar’ over op kunstvoeding? En wat een onzin: ‘het lukt niet’, hadden ze het dan wel echt geprobeerd? Ik hoorde zo vaak dat het niet lukte, dat ik het ongeloofwaardig vond: Moeder Natuur zou het dan wel heel vaak af laten weten, niet? Ik werd zwanger en ging er volledig voor: ik volgde een borstvoedingscursus, las de informatieboeken, dacht de lactatiekundige niet meer te zien en zocht zelfs op hoe ik bij zou kunnen dragen aan de moedermelkbank. Geen haar op mijn hoofd die eraan dacht dat ik één van de moeders zou zijn die zou moeten zeggen: ‘het lukte niet’. Dit verhaal dient om het verdriet dat dat doet van me af te schrijven en een plekje te geven.
Begin juli beviel ik van een prachtige zoon Jasper. Het was niet makkelijk geweest en helaas kon ik Jasper pas aanleggen na mijn drie uur durende excursie naar de operatiekamer. Ik was doodmoe, maar ik genoot intens van mijn eerste borstvoedingsmoment. Wat was de natuur toch mooi! Zo’n schattig kleintje dat bij jou alles krijgt wat hij nodig heeft. Tenminste, dachten we, want op dag drie bleek Jasper teveel afgevallen te zijn. Tijd voor actie: verloskundige, lactatiekundige, kolven en bijvoeden met kunstvoeding. Vooral dat laatste maakte mij kwaad en verdrietig: na twee dagen al kon ik het niet alleen. Jasper mocht natuurlijk nog bij mij drinken. Dat verliep echter niet rooskleurig: al snel had ik kloven in en korsten op mijn tepels en kon ik Jasper maximaal tien minuten per borst laten drinken voordat ik het uitschreeuwde van de pijn. De lactatiekundige kwam op dag zes en constateerde een te kort tongriempje. Na het knippen zou het aanhappen beter gaan. Ook constateerde ze dat mijn melkproductie niet goed op gang kwam. Om de productie te stimuleren bleef ik kolven en werd Jasper bijgevoed met een borstvoedingshulpset.
Jasper groeide gestaag en de kunstvoeding werd langzaam afgebouwd. Maar ik wilde volledig borstvoeding geven en ik werd kwaad, verdrietig en opstandig elke keer dat ik de kunstvoedingsdoos moest openen. Dat ik te weinig productie had, wilde mijn hoofd niet geloven. Van een vriendin kreeg ik het advies op borstvoeding.com te kijken. Dat heb ik gedaan. Veelvuldig. Tijdens het kolven, in bed voor ik ging slapen, ‘s ochtends als ik weer opstond of even tussendoor. Om elke vraag beantwoord te krijgen. Alles over aanleggen, drinken, borstcompressie, te weinig melk en kolven heb ik doorgespit, gelezen en herlezen. Ik leerde veel en werd gesterkt in het geloof dat volledige borstvoeding gewoon ook bij mij mogelijk moest zijn. Te weinig melk had maar 2% van de vrouwen, kleine kans dat ik daartoe behoorde. Opgeven? Geen sprake van. In mij woedde een soort oerkracht die zo graag wilde dat dit zou lukken. Zelfs de spruw in week drie, toen we net (eindelijk) een poging tot volledige borstvoeding deden, incasseerde ik. Weer kolven acht keer per dag naast het voeden (zolang dat ging), bijvoeden, en de spruw met medicatie en veel hygiëne bestrijden. We waren er bijna, toch? Dit was vast de laatste hobbel. Mijn vriend twijfelde daarover, maar steunde en hielp mij dag en nacht met mijn strijd.
Maar er was ook bij mij onzekerheid en stress: was dit wel de laatste hobbel? Wanneer stopt deze intensieve periode en wanneer kan ik gaan genieten? Maar ook: hoe zou deze voeding verlopen? Hoeveel pijn zou het doen? Zou Jasper tevreden van de borst afkomen en daarna lekker slapen? Had ik echt wel genoeg? Moest ik weer die stomme kunstvoedingsdoos opendoen? Ik rende de hele dag achter Jasper en het kolfapparaat aan. Of er moesten spullen afgewassen en uitgekookt worden. Het viel mij zwaar en had nauwelijks momenten om te genieten en te knuffelen met mijn kleine man. Soms dacht ik: ‘dit babygedoe is niets voor mij’ en wenste dat Jasper wat ouder was.
Eind week vijf was de spruw zo goed als over. Eigenwijs en strijdvaardig begon ik aan een dag volledige borstvoeding. Met alle kennis van borstvoeding.com en de lactatiekundige lukte het vast wel. Jasper slikte meer en sneller door de borstcompressie en ik dacht te zien dat hij tevreden was na een voeding. Maar bij voeding vijf moest Jasper heel hard zuigen voor de melk, zo hard dat ik eindigde met fikse blaren en kloven. Huilend zat ik met hem aan de borst. Van pijn, van teleurstelling en van wanhoop. En Jasper brulde. Van honger en frustratie.
De lactatiekundige kwam nogmaals langs om te kijken bij het aanleggen en het drinken. We probeerden de tepel dieper in Jaspers mondje te krijgen, maar hij bleek een hoog gehemelte te hebben waar mijn tepel in bleef hangen. Ze legde me ook helder uit dat mijn melkproductie echt te laag was en waarom zij dat zeker wist. Zij deed de opsomming, ik het rekenwerk: het bijvoeden moest ik blijven doen, evenals starten met domperidon en klooien met een tepelhoedje in de hoop dat de hap beter zou worden. Ik had mijn mannetje aan de borst en dacht: ‘dit kan ik niet meer opbrengen.’ Samen met de lactatiekundige besloot ik te stoppen. Dit kostte tranen, veel tranen. Mijn lijf deed niet wat ik wilde en wat ik mijn kindje graag zou willen geven.
De keerzijde was de rust in mijn hoofd en lijf. Jasper werd tevreden en rustiger en sliep beter. Na de voeding was er tijd om te knuffelen en van elkaar te genieten. Ik nam afscheid van de borstvoeding door Jasper nog een paar keer aan te leggen. Intens genoten heb ik van die laatste borstvoedingsmomenten met tranen in mijn ogen. Ik weet: ik heb alles gedaan, Jasper heeft een goede start gekregen en gelukkig is er een alternatief. Al is het dan die verfoeide Kunstvoeding.
Esther