Ik had nooit gedacht dat ik er bij hoorde. Het laatste dat ik wil is iemand anders vertellen wat ze moet doen, maar vandaag heb ik ontdekt dat ik er toch bij hoor: de borstvoedingsmaffia…
Waar ik dat aan merk? Nou, behalve dat ik intens kan genieten van de momenten die ik door het borstvoeden met mijn dochter heb (en voor haar met mijn zoon), kan ik mij ook ontzettend storen aan vrouwen die zeggen: ik heb het heus wel een keer geprobeerd hoor, maar het deed zeer. Of: ik had niet voldoende voeding want de baby huilde. Of: ik had onvoldoende voeding want als ik kolfde kwam er niets. Of, helemaal mooi: de baby kreeg er niets uit.
Ja, joh, geef zo’n dreumes lekker de schuld. Die komt net uit een lekkere warme baarmoeder, hoefde daar niets te doen, weet niet wat honger is, heeft bovendien net een hele belevenis achter de rug en dan moet hij opeens aan het werk. Mag hij even wat tijd om daaraan te wennen?
Nee, in de huidige tijd moet alles van een leien dakje gaan, alles moet ons in de schoot worden geworpen. Nou ja, soms werkt dat niet zo. Voor sommige dingen (en dat zijn vaak wel dingen die de moeite waard zijn) moet je nu eenmaal wat harder werken. Dat kan ook wel eens pijn doen of ongemak veroorzaken. Daar moet je wellicht even doorheen. Je hebt net een kind gebaard (natuurlijk of via een keizersnede, beide geen pretje) dus wat loop je nu te zeuren over een beetje stuwing, of een tepelkloofje.
Je hebt net negen maanden goed voor jezelf gezorgd om een gezonde baby op de wereld te zetten en nu maak je je druk over de hoeveelheid voeding die je ‘erin krijgt’, maar niet om de kwaliteit van die voeding? Je hebt je lichaam negen maanden lang vertrouwd. Je bent ervan uitgegaan dat dat lijf van je in staat was om een minimensje te maken met tien vingertjes en tien teentjes en alles wat daar tussen zit, maar je heb geen enkel vertrouwen in je lijf dat het dat minimensje ook kan voeden? Ga je schamen!
Nu ik de tweede heb hoor ik het niet vaak meer, maar na de geboorte van mijn zoon kreeg ik uit alle hoeken complimenten omdat ik zelf voedde. Oh, al drie maanden en dan nog zelf voeden… Na een maand of zes begon die ‘bewondering’ langzaam om te slaan in een soort ongeloof, soms misschien zelfs wel weerzin.
Ik heb me er nooit veel van aangetrokken want na een vreselijke zwangerschap en een dramatische bevalling die eindigde in een keizersnee, was dit mijn roze wolk en die pakte niemand mij af. Ik heb heel wat tranen van geluk weggepinkt als ik knus in ons grote bed zat met mijn kleine man.
Ik gun iedereen dit geluk, dit bijzondere gevoel van wederzijdse afhankelijkheid. Iedereen kan een fles geven, maar niet iedereen kan de borst geven…
Als ik waag iets te zeggen over de grote voordelen van borstvoeding, krijg ik naar mijn hoofd geslingerd dat het mij heel makkelijk is afgegaan, maar dat zij het heel moeilijk had. Maar dat is natuurlijk onzin. Ik heb ook mijn moeilijke momenten gehad. De twijfels in de eerste weken of hij wel genoeg binnen zou krijgen. Het vechten met aanleggen en happen. De tepelkloven die het aanzuigen zo pijnlijk maken. Ik heb ook geworsteld met borstontstekingen. En ik heb ook moeten kolven op een wc op het werk. Bovendien belandde mijn vader in het ziekenhuis toen mijn zoon net drie maanden was en ik weer aan het werk moest.
Hij lag op de IC afdeling van het Brandwondencentrum en daar mag een kind niet komen. Ik moest dus samen met iemand erheen die dan op de gang bleef zitten of oppas regelen. Door de stress die dit alles met zich meebracht liep mijn melkproductie hard achteruit, maar met een goed plan en een koel hoofd, kom je ook daar weer door. Het gaat uiteindelijk maar om één ding: wil je het?
En als je het niet wil, zeg dan ook niet dat je het hebt geprobeerd, want daarmee doe je die jonge moeders tekort die wel willen en echt proberen en uiteindelijk moeten opgeven.
Wanda