Na een zware bevalling kon ik mijn eerste kindje niet zelf voeden, omdat ik zo’n lichamelijk klap gemaakt had, kon ik het zelf niet missen.
Bij mijn tweede kindje zou ik het zo anders doen…
Asa kwam ter wereld als een flinke meid. Bijna vier en een halve kilo. De productie kwam langzaam op gang, van de verloskundige mocht ik elke dag één joker inzetten met een flesje poedermelk, omdat Asa zo flink was moest er wel genoeg melk binnenkomen.
Zoals elke pasgeboren baby viel ze in het begin af, wel tot vier kilo, en kwam nauwelijks aan, wederom maakten de verloskundige en de kraamhulp hier geen probleem van, ze was flink en mocht er dan wat langer over doen om op haar geboortegewicht te raken dan de ‘voorgeschreven’ acht dagen.
Asa werd 14 dagen en de wijkverpleegkundige kwam langs. Oeps, Asa was nog steeds niet op haar geboortegewicht. ‘Gelukkig vertoont ze nog geen uitdrogingsverschijnselen, misschien is je melk niet voedzaam genoeg’ en het advies: ‘Bij elke voeding vijf minuten elke borst voeden en dan nog 50 ml navoeden met de fles, dit 48 uur lang en dan komen wegen op het CB.’
Ik was wel een ervaren moeder maar niet ervaren met borstvoeding, dus wat doe je dan? Ik luisterde. Tot kotsens toe heb ik haar gevoed, en stond braaf op de afgesproken, zeer niet goeduitkomende, tijd bij het CB. DICHT. Telefonisch waren ze ook niet te bereiken dus daar stond ik, boos, verdrietig, vol hormonen met een peuter en een baby. Ik heb mijn verloskundige gebeld, die raadde me aan gewoon de borst te geven op verzoek, en haar zolang laten drinken als ze wilde, en Asa nog twee weken te geven om terug te komen op haar geboortegewicht.
Bij de volgende controle bij de Wijkverpleegkundige heb ik heel dapper gezegd wat het advies met mij gedaan had. Dat het mij onzeker maakte en ik de hele boel op wilde geven en overstappen op de fles. Omdat Asa inmiddels wel een ‘gepast’ gewicht had zei de wijkverpleegkundige dat ze misschien wel iets te snel geoordeeld had.
En Asa? Die heeft acht maanden heerlijk bij mij gedronken,
Bregje