Richtlijn en informatie over hiv en borstvoeding in Nederland

Sinds 2004 worden alle zwangere vrouwen in Nederland als onderdeel van de prenatale screening standaard getest op hiv [1]. Zo wordt voorkomen dat hiv van moeder op kind overgedragen wordt. De afgelopen jaren zijn er door goede controle en behandeling geen baby’s met hiv geboren [2].

Hiv is het virus dat aids kan veroorzaken wanneer het niet behandeld wordt. Tegenwoordig is er echter goede hiv-medicatie beschikbaar, en aids komt nog zelden voor in Nederland. De nieuwe hiv-medicatie is zo effectief dat het virus onmeetbaar kan worden in het bloed. Hiv is niet overdraagbaar in dagelijks contact, zoals het delen van kopjes of samen spelen. Ook is het virus niet overdraagbaar via seks wanneer het virus onmeetbaar is [3‘“6].

Dit artikel bevat de meest recente informatie over hiv en borstvoeding [2019] Het komt in de plaats van de twee eerder geplaatste artikelen over dit onderwerp zoals Borstvoeding en HIV en HIV en borstvoeding, aanbevelingen WHO. We verwijderen beide verouderde stukken niet, maar wijzen er hier nadrukkelijk op dat deze stukken uitsluitend interessant zijn vanuit een historisch perspectief bezien.

Inhoudsopgave

Zelf de keuze maken
Kans op overdracht
Onderzoeken naar kans op overdracht
Medicatie voor de baby
Onderzoek naar toxiciteit van hiv-remmers voor baby
Richtlijn Nederland voor vrouwen zonder hiv
Richtlijn Nederland voor vrouwen met hiv
Aanbevelingen voor het geven van borstvoeding door vrouwen met hiv
Ga in gesprek
Bronnen

Hiv is overdraagbaar via moedermelk als de moeder geen medicatie neemt. De kans dat de baby dan hiv krijgt door het drinken van moedermelk aan de borst is ongeveer 5% tot 20% (wanneer er uitgegaan wordt van een borstvoedingsperiode van 24 maanden) [7]. Het is niet bekend of hiv overdraagbaar is door moedermelk als de moeder medicatie neemt en het virus onmeetbaar is; hier is nog niet genoeg onderzoek naar gedaan. De kans wordt geschat tussen de 0% en 1% (als er uitgegaan wordt van zes maanden borstvoeding) [8]. Het is niet bekend hoe groot de kans is dat een baby hiv krijgt door donormelk. Moeders met hiv of die de kans hebben om hiv op te lopen mogen echter geen moedermelk doneren in Nederland.

Als je hiv hebt, kun je er voor kiezen om borstvoeding te geven. Het is belangrijk dat je deze keuze zelf maakt, en je goed laat informeren over de voor- en nadelen. Overleg altijd met je hiv-behandelaar of -consulent als je je kind wilt gaan voeden aan de borst. Ook biedt de Hiv Vereniging informatie aan over het voeden van je kind aan de borst als je hiv hebt.

Zelf de keuze maken

Borstvoeding en kunstvoeding hebben beide voor- en nadelen voor vrouwen met hiv. Door kunstvoeding te geven is er geen kans om hiv over te dragen. Maar borstvoeding ondersteunt de gezondheid van moeder en kind [9]. In de Nederlandse richtlijn wordt borstvoeding door vrouwen met hiv niet aangeraden. Vrouwen die borstvoeding willen geven maar hier niet voor mogen kiezen of hierin niet gesteund worden in hun keuze door zorgprofessionals, kunnen zich minder waard, schuldig of verdrietig voelen. Ook kunnen ze zich zorgen maken over de ‘bonding’ met hun baby. Het niet mogen geven van borstvoeding kan stigma en zelfstigma in de hand werken [10,11]. Kortom, de keuze moet bespreekbaar zijn.

Kans op overdracht

Hiv is aanwezig in de moedermelk, maar het is niet bekend hoe de overdracht van moeder op kind via moedermelk precies werkt. Waarschijnlijk komt het virus het lichaam van de baby binnen via doorlaatbare slijmvliezen, klierweefsel, en/of wondjes in het maagdarmkanaal.

Wanneer het virus onmeetbaar is in het bloed, iemand therapietrouw is en het kindje hiv-remmers krijgt, is de kans zeer klein dat iemand hiv zal doorgeven via de moedermelk. De kans op overdracht van hiv via moedermelk wordt geschat op 0 tot 1% in de eerste zes maanden indien:

  • de moeder een onmeetbaar virus heeft en
  • er exclusief borstvoeding wordt gegeven.

Verschillende factoren beïnvloeden de kans op hiv-overdracht. Dit zijn bijvoorbeeld de gezondheid van de moeder, de sterkte van haar immuunsysteem en de hoeveelheid van het virus. Maar ook borstproblemen als borstontsteking of tepelkloven vergroten de kans op overdracht. De duur van de borstvoedingsperiode is van belang, net als de leeftijd van de baby. Wondjes in de mond (door bijvoorbeeld spruw) of in het maagdarmkanaal (door bijvoorbeeld het te vroeg geven van gemengde voeding) kunnen de kans op overdracht verhogen [12].

Hiv is niet overdraagbaar in de dagelijkse omgang. Moeders met hiv kunnen op dezelfde manier met hun kind omgaan als moeders zonder hiv. Wel wordt het vrouwen met hiv afgeraden om eten voor te kauwen voor hun baby, omdat het virus misschien op deze manier overgedragen kan worden als de hoeveelheid virus heel hoog is.

Onderzoeken naar kans op overdracht

  • Uit een literatuurstudie uit 2017 blijkt dat bij behandeling met hiv-remmers van de moeder de geschatte kans van overdracht van hiv via moedermelk ongeveer 1% is na zes maanden en ongeveer 3% is na een jaar [13]. Maar hierbij is niet naar de hoeveelheid virus gekeken. De genoemde percentages verschillen dus mogelijk voor vrouwen met een onmeetbaar virus. Vrouwen met een onmeetbaar virus hebben namelijk een kleinere kans om hiv over te dragen via moedermelk dan vrouwen met een meetbaar virus.
  • De PROMISE studie is in voornoemde literatuurstudie niet meegenomen. In deze PROMISE studie bleek de kans op overdracht 0,3% na 6 maanden en 0,6% na 12 maanden bij moeders met een meetbaar of onmeetbaar virus [14]. De twee keer dat transmissie werd gevonden (onder 2421 moeder-kind paren), zijn wellicht toe te schrijven aan een grote hoeveelheid virus of slechte therapietrouw.
  • Er is maar één onderzoek dat specifiek kijkt naar de transmissiekans bij vrouwen met een onmeetbaar virus. Het betreft hier een Tanzaniaans onderzoek uit 2017. In het onderzoek zijn 214 vrouwen betrokken. Men vond bij deze vrouwen geen overdracht van hiv via borstvoeding [15]. Wel zijn er wetenschappelijke kanttekeningen bij het onderzoek te plaatsen. Daarom kunnen we niet aannemen dat er geen enkele kans op overdracht van hiv via moedermelk bestaat bij een onmeetbaar virus.

Medicatie voor de baby

  • Na de bevalling krijgen baby’s van moeders met hiv altijd vier of zes weken hiv-remmers. Deze hiv-remmers werken preventief, om te zorgen dat als de baby bloed met virus tijdens de bevalling binnen heeft gekregen het virus zich niet kan nestelen in het lichaam van de baby. Deze hiv-remmers verkleinen ook de kans dat een baby hiv kan krijgen via moedermelk. Hiernaast zal de baby een klein beetje medicatie via de moedermelk binnenkrijgen als de moeder hiv-remmers slikt [8].

Onderzoek naar toxiciteit van hiv-remmers voor baby

  • In 2015 werd een systematische review gepubliceerd waarin onderzocht werd of hiv- remmers in de moedermelk komen. Nucleoside/nucleotide transcriptase remmers accumuleren meer in moedermelk dan non-nucleoside/nucleotide transcriptase remmers en proteaseremmers. Lamivudine heeft de hoogste accumulatie in moedermelk en de baby krijgt hierbij ongeveer 5% van de aanbevolen hoeveelheid voor baby’s binnen. Wanneer de moeder nevirapine slikt, krijgt de baby tot 15% van de aanbevolen hoeveelheid binnen. Bij zidovudine krijgt de baby ongeveer 0% van de aanbevolen hoeveelheid binnen. Bij efavirenz, stavudine, lopinavir en ritonavir krijgt de baby tussen de 0% en 1% van de geschatte aanbevolen hoeveelheid binnen [16]. In een aanvullende studie wordt beschreven dat wanneer de moeder lamivudine of emtricitabine slikt de baby minder dan 1% van de (geschatte) aanbevolen dosis voor baby’s binnen krijgt via de moedermelk. Tenofovir disoproxil fumarate wordt niet doorgegeven via moedermelk [17]. Lamivudine, zidovudine en nevirapine worden als post-exposure profylaxis aan baby’s van moeders met hiv gegeven [18]. Het is echter nog niet bekend of en hoe schadelijk het voor de baby is om voor langere tijd hiv-remmers via moedermelk binnen te krijgen.
  • Het is onbekend hoe groot de kans is dat de baby een resistent virus ontwikkelt door het binnenkrijgen van een kleine hoeveelheid hiv-remmers via de moedermelk. Resistentie kan alleen voorkomen wanneer de baby hiv heeft (de kans hierop is heel klein wanneer het virus van de moeder onmeetbaar is), en de baby niet tijdig behandeld wordt. In verschillende studies is aangetoond dat lamivudine en nevirapine bij baby’s met hiv in lage dosering resistentie bij de baby kunnen veroorzaken. Voor zidovudine geldt dit in mindere mate [19‘“21].

Richtlijn Nederland voor vrouwen zonder hiv

De richtlijn voor borstvoeding door vrouwen zonder hiv is opgesteld door het Nederlands Centrum Jeugdgezondheid [22]. Hierin staat dat geven van borstvoeding zoveel mogelijk dient te worden gestimuleerd en ondersteund. Het advies is dat het kind de eerste zes maanden uitsluitend aan de borst gevoed wordt en dat daarna bijvoeding met ander, vast voedsel er bij geïntroduceerd wordt.

Richtlijn Nederland voor vrouwen met hiv

De aanbeveling voor vrouwen met hiv is niet hetzelfde als die voor vrouwen zonder hiv. De Nederlandse richtlijn voor borstvoeding door vrouwen met hiv is gebaseerd op de Amerikaanse hiv-richtlijn [23].
Ook in Nederland wordt het vrouwen met hiv niet aangeraden om borstvoeding te geven, omdat er een kans is dat hiv via moedermelk overgedragen kan worden van moeder op kind. Wanneer het virus onderdrukt wordt, wordt deze kans geschat op 0 tot 1% [8]. Via kunstvoeding is er geen kans op overdracht.

De Amerikaanse richtlijnen zijn in 2018 uitgebreid met een gids voor begeleiding van vrouwen met hiv die borstvoeding willen geven. Wanneer vrouwen met hiv het geven van borstvoeding overwegen, moeten ze patiëntgerichte, ‘evidence based’ counseling krijgen over de opties van kunst- of borstvoeding. Als een vrouw kiest voor borstvoeding, moet zij hierin ondersteund worden door de zorgprofessionals zodat de kans op overdracht van het virus geminimaliseerd kan worden. De hoeveelheid virus van een vrouw wordt dan vaker gemeten en er wordt extra op therapietrouw gelet [24].

Aanbevelingen voor het geven van borstvoeding door vrouwen met hiv

  • Alleen wanneer de hoeveelheid hiv in het bloed onmeetbaar is, is de geschatte transmissiekans tussen de 0 en 1% [8]. Als de hoeveelheid virus wel meetbaar is, is die kans veel hoger. Ook bij gebrek aan therapietrouw tijdens de borstvoedingsperiode stijgt mogelijk de kans op overdracht van hiv. Als het niet lukt om dagelijks medicatie te nemen en regelmatig naar het ziekenhuis te gaan voor controle wordt borstvoeding afgeraden [24].
  • Hoe korter het kind aan de borst wordt gevoed, hoe kleiner de kans op overdracht van hiv. Na zes maanden is het verstandig om over te stappen op kunstvoeding en bijvoeding, omdat de baby na die tijd bijvoeding naast de borstvoeding nodig heeft [24].
  • Het is heel belangrijk om uitsluitend borstvoeding te blijven geven tot de overstap (dus geen bijvoeding). Bijvoeding kan de kans op transmissie namelijk vergroten. Als het niet lukt om de eerste zes maanden uitsluitend borstvoeding te geven, wordt het geven van borstvoeding door vrouwen met hiv afgeraden [24].
  • Wanneer de moeder last heeft van tepelkloven of borstontsteking, stijgt de kans op overdracht van hiv. In die gevallen wordt het geven van borstvoeding afgeraden [24].

Ga in gesprek

We raden je sterk aan dat je in gesprek gaat met je internist of hiv-consulent als je hiv hebt en je kind aan de borst wilt voeden. Omdat de kans op overdracht zeer klein is, maar goede medische begeleiding nodig is, is het dus belangrijk dat je je wens met je behandelaar bespreekt zodat jij zelf de keuze kunt maken en hierbij gesteund wordt door de zorgprofessionals.
Wanneer je geen steun ontvangt van je internist of hiv-behandelaar, raden we je aan om dit te melden bij het Servicepunt van de Hiv Vereniging zodat wij actie kunnen ondernemen.

Bronnen

1 tOp de Coul ELM, Weert JWM van, Oomen PJ, et al. Prenatale screening op hiv, hepatitis B en syfilis in Nederland effectief. Ned Tijdschr Geneeskd 2010;:1‘“7.
2 tStichting HIV Monitoring. HIV Monitoring Report 2018. (accessed 7 Jan 2019).
3 tCohen MS, Chen YQ, McCauley M, et al. Antiretroviral Therapy for the Prevention of HIV-1 Transmission. N Engl J Med 2016;375:830‘“9.
4 tBavinton BR, Pinto AN, Phanuphak N, et al. Viral suppression and HIV transmission in serodiscordant male couples: an international, prospective, observational, cohort study. Lancet HIV 2018;5.
5 tRodger AJ, Cambiano V, Bruun T, et al. Sexual Activity Without Condoms and Risk of HIV Transmission in Serodifferent Couples When the HIV-Positive Partner Is Using Suppressive Antiretroviral Therapy. JAMA 2016;316:171.
6 tRodger AJ, Cambiano V, Bruun T, Vernazza P, Collins S, Corbelli GM, Degen O, Estrada V, Geretti AM, Beloukas A, Phillips AN LJ. Risk of HIV transmission through condomless sex in gay couples with suppressive ART: the PARTNER2 study expanded results in gay men. Amsterdam: 22nd International AIDS Conference 2018.
7 tDe Cock KM, Fowler MG, Mercier E, et al. Prevention of mother-to-child HIV transmission in resource-poor countries: translating research into policy and practice. JAMA 2000;283:1175‘“82.
8 tWaitt C, Low N, Van de Perre P, et al. Does U=U for breastfeeding mothers and infants? Breastfeeding by mothers on effective treatment for HIV infection in high-income settings. lancet HIV 2018;5:e531‘“6.
9 tRIVM. Health effects of breastfeeding: an update: Systematic literature review. 2015. (accessed 7 Jan 2019).
10 tGreene S, Ion A, Elston D, et al. ‘Why Aren’t You Breastfeeding?’: How Mothers Living With HIV Talk About Infant Feeding in a ‘Breast Is Best’ World. Health Care Women Int 2015;36:883‘“901.
11 tTariq S, Elford J, Tookey P, et al. ‘It pains me because as a woman you have to breastfeed your baby’: decision-making about infant feeding among African women living with HIV in the UK. Sex Transm Infect 2016;92:331‘“6.
12 tVan de Perre P, Rubbo P-A, Viljoen J, et al. HIV-1 Reservoirs in Breast Milk and Challenges to Elimination of Breast-Feeding Transmission of HIV-1. Sci Transl Med 2012;4:143sr3-143sr3.
13 tBispo S, Chikhungu L, Rollins N, et al. Postnatal HIV transmission in breastfed infants of HIV-infected women on ART: a systematic review and meta-analysis. J Int AIDS Soc 2017;20:21251.
14 tFlynn PM, Taha TE, Cababasay M, et al. Prevention of HIV-1 Transmission Through Breastfeeding: Efficacy and Safety of Maternal Antiretroviral Therapy Versus Infant Nevirapine Prophylaxis for Duration of Breastfeeding in HIV-1-Infected Women With High CD4 Cell Count (IMPAACT PROMISE): A Randomized, Open-Label, Clinical Trial. JAIDS J Acquir Immune Defic Syndr 2018;77:383‘“92.
15 tLuoga E, Vanobberghen F, Bircher R, et al. Brief Report: No HIV Transmission From Virally Suppressed Mothers During Breastfeeding in Rural Tanzania. JAIDS J Acquir Immune Defic Syndr 2018;79:e17‘“20.
16 tWaitt CJ, Garner P, Bonnett LJ, et al. Is infant exposure to antiretroviral drugs during breastfeeding quantitatively important? A systematic review and meta-analysis of pharmacokinetic studies. J Antimicrob Chemother 2015;70:1928‘“41.
17 tWaitt C, Olagunju A, Nakalema S, et al. Plasma and breast milk pharmacokinetics of emtricitabine, tenofovir and lamivudine using dried blood and breast milk spots in nursing African mother‘“infant pairs. J Antimicrob Chemother 2018;73:1013‘“9.
18 tGeelen SPM, Scherpbier HJ. Update landelijk HIV expositie protocol neonaten, inclusief follow-up pasgeborene en kind: Pediatrisch HIV overleg Nederland (PHON). 2014. (accessed 7 Jan 2019).
19 tZeh C, Weidle PJ, Nafisa L, et al. HIV-1 Drug Resistance Emergence among Breastfeeding Infants Born to HIV-Infected Mothers during a Single-Arm Trial of Triple-Antiretroviral Prophylaxis for Prevention of Mother-To-Child Transmission: A Secondary Analysis. PLoS Med 2011;8:e1000430.
20 tFogel JM, Mwatha A, Richardson P, et al. Impact of Maternal and Infant Antiretroviral Drug Regimens on Drug Resistance in HIV-infected Breastfeeding Infants. Pediatr Infect Dis J 2013;32:e164‘“9.
21 tFogel J, Li Q, Taha TE, et al. Initiation of Antiretroviral Treatment in Women After Delivery Can Induce Multiclass Drug Resistance in Breastfeeding HIV-Infected Infants. Clin Infect Dis 2011;52:1069‘“76.
22 tNederlands Centrum Jeugdgezondheid. Richtlijn Borstvoeding. 2015.
23 tNederlandse Verenging van Hiv Behandelaren. Richtlijnen HIV. 2018.
24 tPanel on Treatment of Pregnant Women with HIV Infection and Prevention of Perinatal Transmission. Recommendations for the Use of Antiretroviral Drugs in Pregnant Women with HIV Infection and Interventions to Reduce Perinatal HIV Transmission in the United States. 2018.

Copyright

©2019 | Op dit artikel rust copyright | StefanKleintjes |

Hier uw advertentie?

Neem vrijblijvend contact met ons op voor de mogelijkheden

Gerelateerde artikelen