Soms waan ik me in een borstvoedingwereld. Ik ben medewerker bij de VBN, medewerker van het kenniscentrum borstvoeding en ben actief op een forum waar borstvoeding geven, aan baby’s maar óók aan jonge kinderen de norm is. Ook heb ik een aantal langvoedende vriendinnen om me heen. Ik prijs me gelukkig met alle kennis die ik in de loop van de jaren heb opgedaan. Wat ik zelf eens geleerd heb als nieuwe kennis kan ik nu weer aan anderen doorgeven zodat zij er wat aan hebben.
En ik lees mooie verhalen van moeders die dóórzetten om hun kindjes het beste te geven wat ze hebben: moedermelk. In die borstvoedingwereld waarin kunstvoeding de vreemde eend in de bijt is, lijkt het zélfs soms een beetje overdreven, al dat gelobby, al dat ‘werken’ om moeders te bereiken. Borstvoeding is normaal, is natuurlijk, is doodgewoon. Moeten we daar echt zo op hameren?
Maar vrijwel altijd als ik een poosje in die borstvoedingwereld heb gedraaid, krijg ik weer een deksel op mij neus. Ditmaal in korte tijd zelfs meerdere malen. Ik hoor van een een vrouw dat haar negen weken oud kleintje tijd ‘moet’ rekken tussen de voedingen. De klok wordt angstvallig in de gaten gehouden, want één keer per vier uur is voldoende, aldus het consternatiebureau. En dus wordt een ontevreden baby’tje dat driftig op de hand sabbelt, en af en toe klagelijk huilt, afgescheept met een speentje.
Een ander vijf weken oud baby’tje deed het ook al niet goed genoeg volgens dezelfde instantie. Zij kreeg (maar) zeven voedingen, maar dat was natuurlijk te veel. Het moest naar zes voedingen. Recepten voor mislukking: de productie neemt af, de groei neemt af, het kindje zal bijgevoed moeten worden en het is het begin van het einde.
Als klap op de vuurpijl hoorde ik vandaag het verhaal van een baby’tje van acht weken dat inmiddels geen borstvoeding meer kreeg. Omdat het kindje veel spuugde, was de conclusie dat haar voeding, de moedermelk dus, te dun was. Bovendien moest het kindje flessen van 120 cc drinken, en ze kolfde maar 90 cc, dus ze had vast ook te weinig voeding.
Och, er vallen zoveel bijdehante opmerkingen te maken om op dit soort situaties te reageren. En ze liggen zó vaak op het puntje van mijn tong. ‘Worden baby’s dan met horloges om geboren?’ en ‘Hoe zouden ze dat gedaan hebben voor uurwerken uitgevonden waren?’ Maar ook de bekende: ‘Hoe vaak eet en drink jij eigenlijk per 24 uur?’ En dan bedenk ik me… die moeders zijn allemaal onzekere moeders. En ze kijken naar andere moeders en instanties op en hopen daar hun informatie vandaan te halen. Ze denken het beste te doen. Ze weten niet beter.
En dus moeten we doorgaan. Moet er aandacht gevraagd worden voor alle borstvoedingorganisaties. Moeten we ons blijven inzetten tot elk consultatiebureau gecertificeerd is door stichting Zorg voor Borstvoeding. En moeten we ons blijven inzetten om aanstaande en kersverse moeders te bereiken. Met goede, onderbouwde en eerlijke informatie. Zodat ze niet meer vertrouwen op de slechte informatie van anderen, maar dat ze kunnen vertrouwen op zichzelf, op hun lichaam, op de natuur.
Zoals het hoort. Natuurlijk en doodgewoon.
Geschreven door Lisette, alias @liesje28