Net terug van een weekend aan zee. Ik voel me al mijn hele leven aangetrokken tot de zee. Kom er altijd volledig tot rust. Het doet iets met me, wat ik nergens anders kan vinden. De golven kalmeren me, het geruis zorgt voor stilte in mijn hoofd en de zilte zeewind waait alle zorgen weg.
Het zwembad van het vakantiepark waar we verbleven, had ook een ‘golfslagbad’. De bedoeling is me duidelijk: het zo goed mogelijk nabootsen van de zee. Ik kijk er naar, precies zoals ik naar de zee kijk. Maar het tegenovergestelde gebeurt met mij.Ik voel me overprikkeld. Door alle drukte, de geur van chloor en de benauwdheid van het overdekte zwembad.
Het is het allemaal net niet. Sterker nog: het is het helemaal niet. De natuur is niet na te maken en valt al helemaal niet te overtreffen. Na een paar uur aan het strand, wil mijn peuterzoon niets liever dan een slokje bij me drinken. Als ik hem voed, dan gebeurt er ook iets met me. Ik voel me krachtig, gevoelig en puur. Onze blikken kruisen elkaar en we voelen allebei hetzelfde: wij zijn samen één.
Op het vakantiepark bevindt zich ook een supermarkt. Mijn oog valt op een grote pot met kunstvoeding voor baby’s. Daar komt geen gevoel van af, al wil de foto op de verpakking me wat anders vertellen. Natuurlijk, de fabrikanten proberen moedermelk na te maken. Daarna doen de reclamemensen zo goed mogelijk hun best de kunstmatige zuigelingenvoeding te verkopen. Maar het is het allemaal net niet. Sterker nog: het is het helemaal niet.
Het weekendje weg heeft alles weer helder voor me gemaakt. Geen kunstmatige zee en geen kunstmatige voeding. Niet voor mij en niet voor mijn kind. Geef mij maar 100% natuurkracht. Daar leven ik en mijn peuter van op.