Het is donker buiten. Een figuur, diep weggedoken in de kraag van zijn of haar jas, loopt met vlugge tred in een winderige steeg achter het station. De figuur stopt bij een nis in de muur. Een windvlaag doet een lok lang haar uit de kraag opwaaien. Het blijkt een jonge vrouw te zijn en een rilling kruipt langs haar rug omhoog. Ze stopt haar betaalpas in het apparaat in de nis. Met gehaaste vingers toetst ze de juiste knoppen in. Een blauwe verpakking rolt uit het apparaat. De vrouw verliest haar evenwicht en de greep op het pak. Een knal… Wit poeder stuift de lucht in. De wolk wordt opgepakt door de wind. Het kolkt nog even om het hoofd van de vrouw, maar dan wordt het weggevoerd, de steeg in…
Dit sfeerplaatje was het eerste wat mij te binnenschoot toen ik hoorde van de nieuwste marketingtroef van een grote kunstvoedingsfabrikant: Een poedermelk-takeaway op winkelcentrum Hoog Catharijne in Utrecht. Stel: je baby wil een midnight snack en Oh, die weke hersens nog… Dat is waar: de poedermelk was op… Dan op je sloffen, door wind en weer, naar het station; de uitgelezen plek om bij nacht en ontij je babyvoeding te scoren.
Nu blijkt de werkelijkheid verre van het bovengeschetste beeld: In plaats van een roestig apparaat in een onguur straatje achter het station, blijkt er een flitsende vitrinekast gevuld met glanzende blauwe pakken midden in het winkelcentrum bij het station te zijn neergestreken.
Zoals te verwachten triggert de naam van de producent allergische reacties bij veel fanatieke borstvoedingsmama’s. Het N-woord is gevallen en alle alarmbellen gaan af: Kan dit zomaar? Mag dit van de Reclame Code Commissie, van de Voedsel- en Warenautoriteit, van de World Health Organisation? Plannen worden gesmeed om klachten in te dienen. Het jeukt overal omdat het schuurt aan het moreel toelaatbare voor deze moeders. Maar waarom??… Het blijft ‘gewoon’ een verkooppunt. Zoals een winkel dat ook is. Dit is ‘gewoon’ een 24-uurs haphoek voor de allerkleinsten. Allemaal netjes volgens de regeltjes: er lijkt geen reclame voor pasgeborenenkunstvoeding te worden gemaakt. Zoals de borst altijd melk voorradig heeft, zo geldt dit nu ook voor hen die het zonder moedermelk moeten stellen. Want de Chinezen komen. En daarom moet iedereen geholpen kunnen worden. Is die overgevoeligheid voor het N-woord en het kwaad dat zij verspreidt daarom een niet wat overgevoelige reactie?
Ja en nee.
Ja, omdat er nu eenmaal een tekort is in winkels aan poedermelk. Omdat kindjes die hiertoe veroordeeld zijn, voor wie de keuze nu eenmaal vastligt of voor baby’s die echt geen moedermelk kunnen krijgen, immers ook melk nodig hebben. En ja, het is natuurlijk degene met de grootste zak geld, met daarom ook de grootste marketingmachine, die met een dergelijke oplossing zal komen.
Maakt deze verantwoording dan dat het borstvoedingsfront geen punt heeft? Hmm… Nee, bij lange na niet. Want de strijd tegen het N-woord gaat verder dan de discussie aan de oppervlakte, die voornamelijk over voedingswaardes, over vitaminen en mineralen gaat. Over of poedermelk intussen wel of niet volwaardig naast borstvoeding kan bestaan. Het gaat om een onuitroeibare pest, een voor de argeloze kijker onzichtbaar kwaad: de normalisering van kunstvoeding. Het raakt een gevoel van machteloosheid bij de borstvoedingsmama’s.
Waar dagelijks moeders zich inzetten voor het op gang houden van hun borstvoeding, wordt ook aan alle kanten aan hen getrokken wanneer het niet goed gaat: ‘Hou er toch mee op! Wil je je lijf niet terug? Je gaat er nog aan onderdoor’. Al deze ‘adviseurs’ beseffen niet dat een moeder bij stoppen niet alleen teleurgesteld is in haar eigen lichaam, maar hiernaast ook ongewild wordt ingelijfd in de ganzenpas van de kunstvoedingsindustrie. Na veel tranen en ellende ontvangt een steriel poppetje de mama en baby met een grote glimlach. Kortom: bij de poeder vindt men rust, reinheid, regelmaat. Dat de hysterie rondom de lege schappen dit beeld vertroebelt, kan de fabrikant natuurlijk niet hebben. Een problematisch imago voor een miljardenbedrijf, dat kan niet. ‘Kunstvoeding is gewoon’, dus ook ‘gewoon’ overal verkrijgbaar. Een pak poeder uit de muur trekken, zoals je ook een broodje kroket of een dvd’tje uit de muur trekt; het toppunt van ‘gewoon’. En een nog lagere drempel, want men wordt niet meer geremd door openingstijden. Niks ‘een nachtje slapen’ over stoppen met borstvoeding. Haal nú dat pak, al is het midden in de nacht! Weer een diepere verankering van de normalisering van kunstvoeding, wat automatisch als een grote stap achteruit voelt voor sommige borstvoedingsmama’s.
En daar zit de angel: Nooit zal borstvoeding beschikken over zo’n groot budget dat het deze verkeerde normalisering tegenwicht zal kunnen bieden. Het blijft een fluwelen revolutie, omdat niemand er direct aan verdient en positieve langetermijneffecten onzichtbaar zijn. Maar reden temeer om te blijven doen wat we doen, op een manier die toch het meest effectief is gebleken: mond-tot-mondreclame, voor het ‘normaalste’ wat moeder natuur ons heeft meegegeven.
- Reageren? Dat kan op de Facebookpagina van Kenniscentrum Borstvoeding