‘Geef je nog borstvoeding? Wat knap!’ Nog voor ik ook maar iets terug kan zeggen, komt er een stortvloed aan woorden over mij heen. Dat zij drie dagen heeft geprobeerd borstvoeding te geven, maar dat het niet lukte. Dat haar zoontje echt niet aan de borst wilde drinken. Er was een hittegolf en dus was het te warm om huid-op-huid contact te hebben. Ze kreeg zere tepels en had ook nog eens te weinig melk.
Ik knik begrijpend met een vriendelijke glimlach op mijn gezicht. Maar ondertussen zijn mijn gedachten een stuk minder vriendelijk. Dit wil ik helemaal niet van haar weten. Laat mij met rust!
Het is zeker niet de eerste keer dat ik dit meemaak. Wat is dat toch? Waarom lokt het voeden van mijn kind ook deze reactie uit? Wat maakt dat jij, een wildvreemde, aan mij vertelt waarom je geen of nauwelijks borstvoeding hebt gegeven? Zoek je begrip? Voel je je ongemakkelijk omdat je mijn peuter ziet drinken aan mijn borst? Voel je je aangevallen omdat je een andere keuze maakte?
Laat ik dit dan duidelijk maken: Als ik mijn zoontje voed, voed ik mijn zoontje. Ik val je niet aan op het feit dat jij je peuter, dreumes of baby geen borstvoeding geeft. Ik val je ook niet aan omdat jij je kinderen wellicht veel korter of misschien wel helemaal geen borstvoeding gaf. Nogmaals: ik geef mijn kind de borst omdat mijn zoontje behoefte heeft aan een slokje mamamelk. Dat ik mezelf niet verstop, heeft te maken met dat ik een bijdrage wil leveren aan het normaliseren van (lang) voeden en aan het normaliseren van voeden in het openbaar. Ik draag mijn steentje bij omdat ik wil dat het voor volgende generaties, waaronder jouw en mijn dochters, meer sociaal geaccepteerd zal zijn om gebruik te maken van de biologische functie van je borsten, zonder je te hoeven verstoppen.
Het feit dat ik pal sta achter de keuzes die ik maak voor mijn gezin, betekent niet dat jij je in een hoek gedrukt hoeft te voelen als je andere keuzes maakt of in het verleden maakte. Ik wil er niet mee zeggen dat je een slechte moeder bent of slecht voor je kinderen zorgt. Ik val je niet aan. Aan de andere kant vraag ik ook niet om jouw begrip of om je goedkeuring. Ik hoop met het voorbeeld dat ik geef anderen te inspireren om de ingesleten culturele gebruiken eens kritisch te bekijken. Doe er het jouwe mee en laat mij vredig genieten van mijn kind aan mijn borst.