Vraag de Nederlandse vrouw wat ze vindt van haar borsten en ze zal over het algemeen een negatief antwoord geven: ‘te klein, te groot, te rond, te puntig, ze hangen’. Toegegeven, ik ben er ook nooit zo heel erg blij mee geweest. Ik probeerde ze vooral zoveel mogelijk te verbergen. Totdat mijn kinderen geboren werden en ze een heel ander doel kregen.
Het moment dat mijn oudste voor het eerst op mijn werd buik gelegd en zich een weg zocht naar mijn borst vergeet ik nooit meer. Wat een bijzonder gevoel en wat is het toch geweldig, dat ‘oerinstinct’ van zo’n heel klein baby’tje om meteen aan mama’s borst te willen drinken! Natuurlijk was het wel even wennen en ging het niet zonder slag of stoot. Ook ik had last van tepelkloven, stuwing en een vervelende borstontsteking. Periodes waarin ik zeker geen vrienden was met mijn borsten. En toch ging ik door met het geven van borstvoeding. Omdat mijn kinderen me lieten merken hoe fijn ze het vonden. Vanaf het eerste moment na de geboorte toen ze uit mijn borst dronken en ze daarna heerlijk tevreden in slaap vielen. Toen ze iets ouder werden en mij na een dag kinderdagverblijf vol blijdschap begroetten en riepen ‘borstje, borstje!’. En nog steeds vinden ze het heerlijk om tegen me aan te kruipen op de bank en over mijn borst te aaien. Schaamte speelt bij hen geen enkele rol. Daar zouden we als volwassenen een voorbeeld aan mogen nemen!
Helaas is het denkbeeld van veel volwassenen anders dan dat van kinderen. Borsten zijn een beladen onderwerp, zeker naarmate vrouwen ouder worden. De zwaartekracht overwint tenslotte alles en het lijkt wel of borstcorrecties, implantaten en vullingen aan de orde van de dag zijn. Alles om maar weer de parmantige borsten te hebben van een meisje van zestien.
Voor veel vrouwen is het zelfs een reden om niet aan borstvoeding te beginnen. Ze zijn bang dat er niets over blijft van dit deel van hun vrouwelijk lichaam. ‘Ze gaan hangen hoor. Als je stopt met het geven van borstvoeding zijn het net twee theezakjes.’ Ik hoorde het regelmatig in mijn omgeving tijdens mijn zwangerschap.
Uit onderzoek blijkt dat er helemaal geen verband is tussen het geven van borstvoeding en de mate waarin borsten gaan hangen. Het is een regelrechte fabel. Het is niet alleen de zorg van vrouwen, maar ook sommige mannen maken zich er stiekem druk over. Daarom voor eens en altijd: van borstvoeding krijg je géén hangborsten. Sterker nog: natuurlijk herstel, borstvoeding dus, is voor je borsten het beste. ‘Na de borstvoedingsperiode komt het klierweefsel weer tot rust en krijgen veel vrouwen hun oude, vertrouwde borsten weer terug. Heb je toch hangborsten gekregen? Dan komt dat eerder door de zwangerschap, een periode waarin borsten flink in grootte kunnen toenemen.’
Gelukkig hebben deze fabels over theezakjes mij er niet van weerhouden te beginnen met borstvoeding. En daarvan te genieten, samen met mijn kinderen. Nu ze ouder worden en regelmatig vragen of ze op mijn borst mogen liggen en dan heerlijk tevreden met een diepe zucht en gelukzalige glimlach de dag met me doornemen geniet ik nog steeds. Langzaam heeft de schaamte plaats gemaakt voor trots!
*het onderzoek waarover wordt geschreven in deze column is te vinden in het deel over borstvoeding op mensengezondheid.nu
- Reageren? Dat kan op de Facebookpagina van Kenniscentrum Borstvoeding